Ziek

1 december 2007

Was ik in het verleden ziek, dan dook ik mijn bed in en wilde alleen maar met rust gelaten worden. Duldde niets en niemand om me heen.
Voor de eerste keer na het overlijden van Nel lig ik doodziek in bed.
En ik word met rust gelaten. En ik heb niets en niemand om me heen.
Mijn God, wat mis ik Nel…

Droom

12 december 2007

Na een avondje uit loop ik met Nel over straat op weg naar huis. We hebben genoten. Ik heb mijn arm om haar heen geslagen en voel me heel gelukkig. Ik druk haar nog steviger tegen me aan en wrijf met mijn neus door haar haar.
Dan overvalt me een gedachte die me in de war maakt.
‘Maar Nel’, hoor ik mezelf zeggen, ‘dit kan toch helemaal niet? Ik bedoel: jij bent toch allang overleden?’
Nel houdt haar passen in en we staan midden op straat stil.
‘Doe je ogen dicht’, zegt ze, ‘en houd ze dicht.’
Ik sluit mijn ogen en Nel draait me om zodat we tegenover elkaar komen te staan.
‘Doe je ogen maar open.’
Ik kijk haar aan en staar verbijsterd in gezicht van een wildvreemde vrouw.
Ik sla mijn handen voor mijn mond, draai me abrupt om en ren weg…

Kerst- en nieuwjaarsgedachte

15 december 2007

Mijn hele leven lang heb ik het nut niet ingezien van wat ik noem ‘het rondpompen van kerst- en nieuwjaarswensen’. Het jaar 2007 lijkt me een goed moment die gedachte in daden om te zetten. Eigenwijs? Tegendraads? Typisch Frits? Het zij zo.

Dat je dus niet het idee hebt, dat ik boos op je ben of niet aan je denk of je vergeten ben… En ook volgend jaar niet, het jaar daarop, enz.

Hart op de tong

12 december 2007

Ik zit aan de maaltijd bij dochter, schoonzoon en hun twee kinderen. Kleinzoon Jurgen van vier zit naast me. Hij legt zijn bestek neer en kijkt me van opzij aan.
‘Opa’, zegt-ie, ‘oma is dood, hè?’
Even valt er een wat ongemakkelijke stilte. Zijn zus van zes die tegenover hem zit, werpt hem een snelle blik toe: ‘Dat zég je toch niet!’.
‘Ja, Jurgen’, geef ik als antwoord, ‘oma is nu dood.’
Hij pakt zijn bestek weer op en gaat verder met eten. Na twee happen kijkt hij me weer aan.
‘En, opa, neem je nu weer een nieuwe oma?’

Ik loop door de hal van de school. In de toiletruimte staat een kleuter zijn handen te wassen. Hij is nog zo klein, dat hij op z’n tenen moet staan om bij de kraan te kunnen. Als hij me voorbij ziet lopen, roept hij me door de openstaande deur terug.
‘Meester Frits! Meester Frits! Ik weet heus wel dat juf Nel dood is, hoor!’
Ik hurk bij hem neer.
‘Ja, dat is zo’, antwoord ik hem, ‘en weet je, daar heb ik best wel verdriet van.’
Hij strekt zijn armen naar me uit en slaat twee kletsnatte handen om me heen.

Erwtensoep

21 december 2007

Mijn kinderen komen bij me eten en ik ben van plan een grote pan erwtensoep te maken. In de supermarkt sta ik bij de vitrine met vlees. Ik wil het mezelf een beetje makkelijk maken en zoek een kant-en-klaar vleespakket voor de soep. Omdat ik het niet zo snel kan vinden, besluit ik iemand van het personeel aan te schieten. Even verderop staat een al wat oudere winkelbediende vakken te vullen. Ik spreek hem aan.
‘Ga je erwtensoep maken?’ Hij kijkt me onderzoekend aan en schat mijn culinaire kwaliteiten waarschijnlijk niet al te hoog in.
‘En voor hoeveel personen?’
‘We moeten er met vijf volwassenen en twee kinderen van eten’, antwoord ik, ‘dus ik had gedacht een liter of vier.’ Het antwoord kan zijn goedkeuring wegdragen.
‘Vier liter is wel genoeg’, knikt hij terwijl hij in de richting van de vitrine met vlees loopt. ‘Maar je gaat toch niet zo’n kant-en-klaar vleespakket kopen, wel? Kijk, als je erwtensoep maakt, moet er vlees in. Veel vlees.’
Hij rommelt wat tussen de verpakkingen en laat me een flinke lap varkensvlees zien. ‘Hier, dat is wel genoeg voor vier liter soep. En dan moeten we natuurlijk ook spek hebben. Het mooiste is spek met zwoerd, maar ja, dat hebben we hier niet. Dus’, -hij vist een schaal speklappen uit de vitrine- ‘dus nemen we deze hier.’
Hij legt de varkenslap en de speklappen in mijn boodschappenkar en ziet dan dat ik al soepgroente heb gekocht. Een beetje geschrokken pakt hij de zak ‘gesneden groenten voor erwtensoep’ uit mijn kar.
‘Wat heb je daar nou gekocht? Kant-en-klaar gesneden? In erwtensoep hoort een knolselderij en prei en…’
Hij haalt een bril uit zijn borstzak en begint te lezen wat er in de zak met groenten zit. ‘Tsja, eigenlijk zit alles hier wel in. Weet je wat? We doen het!’ En met die woorden legt hij de zak groenten weer terug in de kar.
Hij verplaatst de bril naar z’n voorhoofd. ‘Eens kijken. Wat hebben we al? Vlees… Groenten… Erwten moeten we hebben. Spliterwten.’ Voor ik erop bedacht ben, pakt hij mijn boodschappenkar en loopt resoluut verder de winkel in. Als ik hem heb ingehaald, staat hij al met een pak spliterwten in zijn handen. Hij zet z’n bril weer op zijn neus en leest de verpakking.
‘Ja, hier heb ik niet zo’n verstand van hoor. Van vlees weet ik alles, want ik ben al vijfentwintig jaar slager, maar hoeveel erwten we nou nodig hebben…’
Overrompeld door zijn bemoeienis met ‘mijn’ soep kijk ik met verbazing toe hoe hij binnensmonds de gebruiksaanwijzing op de verpakking leest. ‘Ik kom er verder wel uit hoor’, probeer ik, ‘ik bedoel: u was toch vakken aan het vullen?’ Van over zijn brillenglazen kijkt hij me even aan. ‘Ach, dat kan ik straks ook nog wel doen. Dit is toch veel leuker? Samen soep maken? Eens kijken: da’s 250 gram op een liter water, dus 500 gram voor twee liter. Mooi, dan hebben we twee pakken erwten nodig!’. De twee pakken verdwijnen in mijn kar. Tevreden bekijkt hij ‘onze’ boodschappen en stelt vast ‘dat we alles nu wel hebben’.
‘Rookworsten’, zeg ik, ‘we moeten ook nog rookworsten hebben. Maar die weet ik zelf wel te liggen, dus die pak ik zo wel’, laat ik er snel op volgen. Even lijkt het of er een teleurstelling over zijn gezicht glijdt, even is mijn supermarkthulp uit het veld geslagen, maar dan vervolgt hij: ‘Rookworsten inderdaad. En hoe doe je dat? Niet meekoken, hè, maar het laatste kwartiertje even in de soep warm laten worden. Enne, je maakt de soep toch wel een dag van tevoren, hè, want dan is ze veel lekkerder!’ Ik stel hem gerust, pak mijn kar, bedank hem en loop in de richting van de rookworsten.

Als ik even later bij de worsten sta, komt de man weer naar me toe. ‘En wat geef je bij de soep?’, begint hij. Ik leg hem uit, dat ik ook nog roggebrood en spek ga kopen. Het kan zijn goedkeuring wegdragen. Dan pakt-ie mijn arm en kijkt me doordringend aan: ‘En toch geen stokbrood en van die Franse kaasjes, hè, want dat hoort niet bij erwtensoep!’ Ik beloof het hem plechtig, bedank hem voor de tweede keer en ga verder winkelen.

Als ik in de rij sta voor de kassa, komt op dat moment ‘mijn’ slager toevallig nog even voorbij met een nieuwe lading vleeswaar. ‘Succes met de soep, hoor!’, zegt hij in het voorbijgaan, ‘ik ga weer verder met vakken vullen.’ Hij kan het niet laten even een blik in mijn kar te werpen. ‘Roggebrood, goed zo’, mompelt hij.

Hollands weerbericht

1 januari 2008

3 donkere grijze wolken…
30 dikke druppels regen…
7 zwiepende takken in de wind…
4 graden vorst…
2 mistbanken…
12 sneeuwvlokken…
Holland heeft een weeralarm…

Nina

13 januari 2008

Zondagmorgen.
13 januari 2008.
Half negen.
Telefoon.

Normaal gesproken verwens je op zo’n tijdstip dat apparaat.
Welke idioot belt me in vredesnaam op dit onmogelijke uur?
Maar deze keer was die ‘idioot’ mijn zoon Frank.
Deze keer was het niet ‘verkeerd verbonden’.
Ik ben voor de derde keer in mijn leven de gelukkige opa geworden.
Frank en Andrea hebben een dochter!
Nina heet ze en alles zit erop en eraan.
En zo klein!
En zo lief!

En wat hebben we met elkaar tegenstrijdige gevoelens.
Geluk en verdriet verdringen elkaar.
Een meisje verloren, een meisje erbij…
Maar gelukkig: blijdschap, dankbaarheid en trots overheersen!

Kassa!

26 januari 2008

Kom ik met mijn boodschappenkar bij de kassa.
Kijkt de caissière me aan en zegt:
‘Mag ik u iets vragen? Bent u schipper, kunstschilder of schrijver?’
Hoe komt ze daar nou weer bij?

Gestopt met werken?

27 februari 2008

Precies zes maanden nadat ik gestopt ben met werken, wordt mij bij het boeken van een reis gevraagd naar mijn gironummer. Zonder aarzelen geef ik het nummer van mijn oude school op…

Banaan

16 maart 2008

Vier uur per week werk ik tijdelijk weer op een basisschool.
Op mijn allereerste werkdag wip ik vlak voor de pauze even binnen bij de kleutergroep en ga bij de kinderen in de kring zitten. Ze eten allemaal hun stukje fruit.
‘Jammer’, zeg ik, de kring rondkijkend, ‘jammer dat ik mijn fruit ben vergeten. Ik had mijn appeltje al klaar gelegd, maar hij ligt nog thuis.’ Prompt staat er een kleuter op, loopt naar mij toe en geeft mij zijn laatste hapje banaan.
‘Wat lief van je!’, bedank ik, terwijl ik hem een aai over zijn bol geef.
Met een verheerlijkt gezicht stop ik het stukje banaan in mijn mond.
En tegenover de kinderen blijf ik natuurlijk smullen van dat fruithapje, ook als ik merk dat het stukje fruit vol zand zit en ik het krakend tussen mijn tanden vermaal…

Pasfoto

21 juni 2008

‘Goedemiddag. Ik wil een pasfoto laten maken.’
‘Dat kan, mijnheer. Is het voor een officieel document?’
‘Nou ja, officieel, ik weet het niet. Een aanvraag voor een visum, is dat officieel?’
‘Ligt eraan voor welk land, mijnheer.’
‘China.’
De vriendelijke vrouw achter de toonbank kijkt me even onderzoekend aan.  ‘China? Die doen nogal moeilijk de laatste tijd. Dat moet dus wel een pasfoto worden die aan de eisen voldoet.
Gaat u maar zitten.’
‘Nou’, zeg ik met een blik in de spiegel, ‘ik kan toch nog wel even m’n haren in orde maken?’  Ik kam mijn warrige baard, woel met m’n handen wat door mijn haar en denk klaar te zijn voor de foto.  Zo simpel blijkt het niet te zijn.
‘Dat kan zo niet hoor, mijnheer. Op een pasfoto moeten beide ogen en oren zichtbaar zijn.  Dat met uw bril bekijken we zo meteen even, maar die haren… tsja die zullen toch achter uw oren moeten.’ Protesterend trek ik de kam door m’n haar. Het kost nog moeite al die krullen achter m’n oren te krijgen.  Het resultaat is ontmoedigend: vanuit de spiegel kijkt een oudere jongere met strak achterover gekamd haar me mistroostig aan. ‘Stukken beter!’, doet de verkoopster geforceerd opgewekt, maar ik ben het niet met haar eens. Ik ga op het draaistoeltje zitten en moet recht in de camera kijken. ‘We gaan eerst even kijken of u de bril kunt ophouden’, murmelt de verkoopster vanachter haar camera.
Inmiddels zijn er nog twee klanten de winkel ingekomen die de ‘fotoshoot’ met belangstelling volgen. Ik voel me wat opgelaten worden op dat ongemakkelijke krukje.
‘Laat die dames anders maar even voorgaan, hoor. Ik heb geen haast.’
‘Wij ook niet hoor!’, roepen ze door de winkel terwijl ze een paar pasjes dichterbij komen, ‘doet u maar rustig aan. Wij vermaken ons wel!’
Intussen heeft de verkoopster de foto-met-bril afgedrukt, bekijkt hem even en scheurt hem dan in vieren.  ‘Nee’, zegt ze, ‘dat gaat niet lukken met bril. Die moet af.’  Ik doe m’n bril af en kijk even snel in de spiegel. Ben ik dat nog?  Nadat de verkoopster de camera weer heeft ingesteld, kijkt ze me hulpeloos aan.  ‘Ik zie nog uw twee oren niet. Uw baard zit in de weg… Tsja, hoe lossen we dat op?’
De twee vrouwen uit het ‘publiek’ beginnen zich er nu ook mee te bemoeien.  Samen met de verkoopster bedenken ze allerlei suggesties.  Het ergste stuk wegkammen? Plukjes bij de oren wegknippen?  Het zweet begint me uit te breken.
‘En als die foto dan wordt afgekeurd?’, probeer ik, ‘wat gebeurt er dan?’
‘Dan moet u een nieuwe laten maken. En dat doen we dan gratis.’
Ik schud m’n hoofd wat heen en weer, zodat ik tenminste weer een beetje op de Frits lijk die ik thuis in de spiegel zie.
‘Ach ja, wat doet het er ook toe’, zegt de verkoopster, ‘we wagen de gok gewoon. En wordt-ie afgekeurd, dan zie ik u weer hier terug.  Ik vind het wel gezellig met u. Ik werk hier op woensdag en donderdag.’ Ik trek m’n gezicht in een grimas en op dat moment drukt ze af…

voor

na

Verdory!

25 juni 2008

Herkent u dat?
Je hebt in een winkel een artikel gekocht, maar bij thuiskomst blijkt je aankoop niet de juiste te zijn. Net een ander stekkertje dat niet past. Net de verkeerde maat. Of gewoon kapot. Je pakt het artikel weer in (goed dat je de originele verpakking hebt bewaard) en gaat terug naar de winkel.
‘Goeiemiddag. Ik heb dit hier gisteren gekocht, maar het werkt niet. Hier is mijn kassabon, ziet u wel, en nu wil ik graag m’n geld terug.’ De verkoper pakt het artikel aan, bekijkt de kassabon, maakt altijd een opmerking ‘dat er nog nooit klachten over dit product zijn geweest’ en biedt een tegoedbon aan. Tegen beter weten in zeg je nogmaals dat je je geld wil terug hebben, maar daar is geen sprake van. ‘Nee, zo werkt dat niet bij ons. U kunt een tegoedbon krijgen voor het aankoopbedrag en die is dan een jaar geldig.’
Je ergert je. Je wilt gewoon je geld terug. Je weet namelijk uit ervaring hoe dit afloopt. Je kijkt op dat moment rond in de winkel en koopt ‘in vredesnaam’ dan maar meteen iets anders. Natuurlijk heb je dat niet echt nodig en natuurlijk heb je thuis spijt van die aankoop. Of -erger nog- je stopt die tegoedbon in je portemonnee om hem heel veel later tussen vele andere bonnetjes weer eens terug te vinden. Verlopen natuurlijk! Verdory!

Herkent u dat? Ergert u zich daar aan?
Dan heeft u misschien baat bij de tip van mijn schoonzus.
Ook zij stoort zich aan die ’tegoedbon-politiek’, maar gaat dan over tot winkeliertje-pesten. Ik geef haar tip -zonder commentaar of oordeel- graag door.

Ga met je tegoedbon, liefst de volgende dag, maar in ieder geval zo snel mogelijk, terug naar de winkel.
Zoek uit het winkelassortiment een zo laag mogelijk geprijsd artikel (je moet het wel nodig hebben natuurlijk).
Probeer of je dezelfde verkoper te pakken kunt krijgen die jou die tegoedbon heeft aangesmeerd.
Kijk de verkoper opgewekt aan (als hij je herkent, is het nog leuker) en leg je artikel-van-een-paar-euro op de toonbank.
Wacht tot hij het bedrag van je aankoop op de kassa heeft aangeslagen.
Peuter op dat moment met een stalen gezicht je tegoedbon tevoorschijn.
Geniet van de glimp van ergernis die over het gezicht van de verkoper verschijnt als hij voor het resterende bedrag een nieuwe tegoedbon moet uitschrijven.
Herhaal deze actie regelmatig: kies steeds voor kleine aankoopjes en krijg steeds voor het resterende bedrag een nieuwe tegoedbon.
Hoe groter het bedrag van je tegoedbon, hoe langer jouw actie kan duren…
Hoe vaker je daarbij de gewraakte verkoper treft, hoe groter je voldoening…

Trotse opa

27 juni 2008

Of opa Frits trots is op zijn kleinkinderen?
Reken maar!
En -geef maar toe- hij heeft er toch alle reden toe?

Jurgen

Nina

Karlijn

Oud?

17 juli 2008

Kleinkinderen Jurgen en Karlijn komen een nachtje logeren.
Met een brede zwaai doe ik de deur open en zeg: ‘Welkom in mijn huis!’.
‘Dank je’, zegt Karlijn die als eerste naar binnen stapt, ‘en het stinkt!’
‘Wat zeg je nou?’, doe ik verbaasd, ondertussen bezorgd de lucht opsnuivend.
‘Stinkt het? Waarnaar dan?’
Ze denkt even na.
‘Naar oud…’

Sparta-Piet?

27 juli 2008

Wie had ooit kunnen denken dat een Sparta-Piet nog eens met zijn kleinzoon naar de Kidstour in de Kuip van Feyenoord zou gaan? Je wordt ouder opa. Verbaas je maar nergens meer over…

Kleinkinderlogica

29 juli 2008

Ik sta te strijken als logerende kleinzoon Jurgen komt aangelopen.
In het voorbijgaan vraagt-ie: ‘Waarom strijk jij?’
Voor ik (volwassen logica) kan antwoorden, dat het is om de kreukels uit het wasgoed te halen, geeft hij zelf de logische verklaring al: ‘Omdat je alleen bent…’

Twee werelden

14 augustus 2008

Met m’n kar vol boodschappen sta ik in de supermarkt uitgebreid wat chocolaatjes uit te zoeken. Ik heb het naar m’n zin en fluit er een vrolijk deuntje bij. Vanuit mijn ooghoek zie ik plotseling een man met een boodschappenkar staan.
Ik draai me naar hem om en zeg: ‘Sta ik in de weg? Wilt u er langs?’
‘Nee hoor’, is zijn antwoord, ‘ik zoek alleen een doek.’
‘Een doek?’
‘Ja. Om over u heen te gooien, want ik word gek van uw gefluit!’

Berlijn 1989

17 oktober 2008

Mailtje van een oud-leerling:

Beste meester Frits,
Ik moet voor school een sectorwerkstuk maken. Nu weet ik nog van vroeger bij u in de klas dat u zo’n mooi verhaal had over de val van de Berlijnse muur en dat u daar naartoe geweest bent. Wilt u dat voor mij opschrijven en mag ik dat dan gebruiken in mijn werkstuk?
Bart Dam

‘De muur valt!’
Ik zit in de huiskamer en kijk naar een ingelaste nieuwsuitzending. Vol ongeloof zie ik de rechtstreekse beelden uit Berlijn. Totaal onverwacht heeft de DDR-regering de muur voor geopend verklaard. Ik spring op, doe de deur van de huiskamer open en gil door de gang naar de kamers van mijn huiswerkmakende kinderen: ‘De muur valt!’. Niet veel later zitten we met z’n vieren sprakeloos te kijken naar wat zich op dat moment in Berlijn afspeelt.
Als ik van de eerste verbazing ben bekomen, krijg ik het gevoel het in huis, in Nederland, niet meer uit te houden. Ik moet er heen! Ik moet daar bij zijn! ‘Kom op!’, zeg ik tegen vrouw en kinderen, ‘we stappen in de auto en gaan naar Berlijn!’. Mijn vrouw -toch wel gewend aan mijn impulsieve invallen- kijkt me bedachtzaam aan. Mijn twee havisten mompelen iets over ‘veel huiswerk’ en ‘een zware repetitie’. ‘Huiswerk? Repetitie?’, reageer ik verbaasd, ‘vergeet die school! Hier wordt geschiedenis geschreven! Hier moet je bij zijn! Daar kan geen schoollesje tegenop!’. Ik kan ze niet overtuigen en we blijven de verdere avond aan de buis gekluisterd.

Als ik de volgende morgen wakker word, is mijn eerste gedachte de val van de muur. Ik zet de televisie aan en zie weer de beelden uit Berlijn. Mijn besluit staat vast. Als niemand mee wil naar Duitsland ga ik desnoods alleen. Gisterenavond had ik al uitgezocht, dat er vanuit Schiedam een trein vertrekt die rechtstreeks naar Berlijn rijdt en die besluit ik nu te nemen. Ik gooi wat broodnodige spulletjes in een tasje, neem haastig afscheid van vrouw en kinderen, stap in mijn auto en ga op weg naar het station van Schiedam. Onderweg kijk ik regelmatig nerveus op mijn horloge. Het zal erom spannen of ik de trein nog haal. Gelukkig is het rustig op de weg, maar dat kan niet voorkomen, dat ik drie minuten te laat bij het station aankom. Ter plekke wijzig ik mijn reisplan. De trein naar Berlijn stopt onder andere nog in Utrecht. Ik ren terug naar de auto, overtreed onderweg regelmatig de maximumsnelheid, stuif bij het station in Utrecht een parkeergarage in, koop gehaast een kaartje naar Berlijn, ren door de stationshal naar het juiste perron en kan nog maar net op tijd in de trein springen. Ik heb het gehaald. Berlijn, ik kom eraan!

Het is zo’n echte Duitse trein, met aan de ene kant van de wagons een lang gangpad en daar tegenover coupés die met deuren zijn afgesloten. Alle coupés zitten bomvol. Ik ben de enige niet, die op weg is naar Berlijn. Overal zie ik uitgelaten passagiers. Iedereen praat met iedereen. Dat het onvoorstelbaar is wat er in Berlijn is gebeurd. Dat niemand het had verwacht. Dat we erbij willen zijn. Als de trein over Oostduits grondgebied raast, schuif ik in het gangpad een raampje open en snuif de bekende bruinkoollucht op…

De sfeer in Berlijn is nauwelijks te beschrijven. Ik laat me meevoeren met de menigte die zich in de richting van een van de grensovergangen beweegt. Als ik bij de tot gisteren nog hermetisch afgesloten doorgang kom, blijf ik even staan. Links en rechts van me drommen mensen langs me heen. Het beeld is indrukwekkend: een onafgebroken stroom Oost-Berlijners komt me tegemoet. Met geopende ramen en luid toeterend in hun walmende Trabantjes. Of te voet, vaak in hele groepen. Hun reacties zijn verschillend. Sommigen komen juichend de grens over en vallen iedereen in de armen. Anderen zijn ontroerd, stappen door de grensovergang met gezichten alsof ze het nog niet kunnen geloven en worden liefdevol opgevangen door de vele West-Berlijners die hen in een soort van erehaag applaudisserend opwachten. Er wordt een troostende arm om hen heen geslagen, ze krijgen koffie bij een van de vele kraampjes die er staan. Er wordt gezongen, er wordt gelachen, er wordt geschreeuwd, er wordt gehuild en ik aanschouw dat tafereel met dichtgeknepen keel, terwijl de tranen over mijn wangen biggelen.

De rest van de namiddag en avond dompel ik me onder in de Berlijnse euforie. Ik zie mensen stukken van de muur hakken. Ik zie Oost-Duitse grensbewakers dit alles wezenloos aanschouwen, niet wetend hoe ze zich in deze situatie moeten gedragen. Ik stap in de volgepropte U-Bahn en kom naast een wat oudere Oost Berlijner te zitten. Hij kijkt me aan, pakt met twee eeltige handen mijn hoofd vast, geeft me een zoen op mijn wang en verzucht: ‘Nu ben ik weer een echte Berlijner!’. Ik weet niets te zeggen, klop hem alleen maar op zijn schouder.

Als ik in de vroege ochtend van zaterdag op zondag weer terug naar huis ga, probeer ik nog wat te slapen op de harde banken in de trein. Het lukt niet. De vele indrukken dwarrelen door mijn hoofd. Af en toe zak ik even weg in een onrustig slaapje.
Ik ben weer helemaal wakker als ik in Utrecht bij de parkeergarage aankom waar ik mijn auto heb geparkeerd. In mijn haast om de trein te halen, had ik een dag ervoor het bord naast de ingang niet gezien. Nu kom ik erachter dat deze garage op zondag is gesloten. Door de tralies van het hek zie ik in een verder uitgestorven garage mijn auto staan. Ik moet een medewerker van de parkeergarage opbellen, die -niet al te welwillend en vrolijk- na zo’n drie kwartier het hek voor me komt openen. Als ik hem vertel, waarom ik hem moet lastig vallen en dat ik even op en neer naar Duitsland ben geweest om met de Berlijners de val van de muur te vieren, kijkt hij me niet-begrijpend aan. ‘En daar moet u mij voor lastig vallen?’, is zijn commentaar terwijl hij het hek voor me opent…

Obertje in opleiding

29 oktober 2008

‘Heeft u al een keuze kunnen maken?’
Vriendin-en-ik zijn terecht gekomen in het plaatselijke Joegoslavische restaurant met als verrassende naam Balkan Grill. Het interieur beantwoordt volledig aan wat je in een dergelijk etablissement kunt verwachten: heel veel bruin, grof gestuukte muren in havermoutdessin, stevig en fors meubilair, geknoopte kleedjes en overal Joegoslavische potjes, beeldjes, karafjes en andere goedbedoelde prullaria in nissen, op kasten en aan de muur.
De ober die zich aan ons tafeltje meldt, is een wat slungelige jongeman. Hij is gekleed in een bruin-beige gestreept truitje met korte mouwen. Dit in tegenstelling tot het andere bedienend personeel dat in uniforme zwarte kleding is gestoken. Het hoe en waarom van deze afwijkende kleding zou ons in de loop van de avond duidelijk worden.

‘Heeft u al een keuze kunnen maken?’
Onze truitjesober staat gereed met zijn notitieboekje en pen.
‘Ja’, antwoord ik, ‘mevrouw hier wil graag de cevapcici en voor mezelf…’
‘Welk nummer is dat?’, onderbreekt de ober.
‘Eh… (ik kijk even snel op de kaart), nummer drie.’
‘Nummer drie’, herhaalt de jongen, ‘en voor u?’
Ik leer snel en geef hem het nummer door van het door mij gekozen gerecht.
‘Kun je me ook vertellen, welke salade we erbij geserveerd krijgen?’
‘Salade?’, doet de ober niet-begrijpend.
‘Ja, er staat hier dat alle gerechten geserveerd worden met een salade. Nu zie ik een heel rijtje salades op de menukaart, dus ik vroeg me af…’
‘Oh’, begrijpt de ober plotseling, ‘de salade doen we op een bord.’
‘Heel prettig’, is mijn reactie, ‘ik was even bang dat jullie het in dit restaurant gewoon op het tafelkleed zouden kwakken…’

Het is gezellig hoor, daar niet van, maar als we na zo’n drie kwartier nog geen eten op onze tafel hebben staan, beginnen we toch wel trek te krijgen. En dat het nu zo druk is in het restaurant: er zijn welgeteld vier tafeltjes bezet van eveneens op hun maaltijd wachtende gasten. Gelukkig komt op dat moment ons obertje nog even langs.
‘Alles naar wens?’, is zijn klassieke, ingestudeerde vraag.
Vriendin-en-ik kijken elkaar aan en proberen niet in de lach te schieten.
‘Ja, prima’, kan ik er met moeite uitkrijgen, ‘de rode wijn is voortreffelijk en ook het bronwater is heerlijk. Over het eten kunnen we nog niets zeggen, want dat hebben we helaas nog niet.’
Het streeptruitje is niet van zijn stuk te krijgen. Met een ‘fijn, dank u wel’ stapt hij op het volgende tafeltje met op hun eten wachtende gasten af om zijn ‘alles naar wens’-vraag te herhalen.

Een kwartiertje later wordt ons eten geserveerd.
Het obertje staat met twee borden bij ons tafeltje en vraagt: ‘Eh, nummer zeventien?’
‘Beste jongen’, kan ik niet nalaten te zeggen, ‘nu heb je een uur geleden onze bestelling opgenomen. Ben je nu echt al vergeten dat nummer zeventien voor mij is?’
In een poging professioneel te glimlachen wordt het bord voor mijn neus gezet.

Het eten is redelijk, daar is niets op af te dingen. Maar de bediening blijft haperen tot aan het dessert. We bestellen een cappuccino en een koffie met baklava. De baklava wordt na een poosje keurig aan ons tafeltje gebracht.
‘Had u verder nog iets willen bestellen?’, wordt ons gevraagd.
‘Nou, doet u die cappuccino en die koffie dan maar die we tegelijkertijd met de baklava besteld hebben…’

Op de terugweg naar huis laten vriendin-en-ik de bediening door ons obertje nog eens de revue passeren. We komen tot de eenduidige conclusie dat het streeptruitje op korte termijn naar een ander baantje kan gaan zoeken…

Hij & Zij

31 oktober 2008

Terwijl ik in een lampenwinkel op mijn beurt sta te wachten, vang ik een gesprek op van twee dertigers, die -zo te horen- op het punt staan te gaan samenwonen.

Hij: ‘Kijk hier nou! Dat is nog eens een leuke lamp! Al die kleurtjes!’
Zij: ‘Vind je dat nou echt? Dat past toch helemaal niet bij de rest van de kamer?’
Hij: ‘Ok, maar hij is wel leuk, toch?’
Zij: ‘Als ik jou je gang zou laten gaan, kocht je alleen maar impulsief wat je leuk vindt.’
Hij: ‘Vind jij hem niet leuk dan?’
Zij: ‘Maar kijk dan naar die kleuren! Dat past toch helemaal niet bij ons! In jouw eigen huis zat tenminste nog iets van structuur, maar voor ons nieuwe huis houd je daar helemaal geen rekening mee.’
Hij: ‘Maar ik mag hem toch wel gewoon leuk vinden?’
Zij: ‘Als ik niet een beetje op je zou letten, werd ons nieuwe huis één grote, bonte circustent. En daar doe ik dus niet aan mee. Kijk, die daar: dat vind ik nou een mooie lamp…

Hij moet nog veel leren…

Logeren…

18 november 2008

Ik heb de kleinkinderen voor een nachtje te logeren.
Als Jurgen uit de douche stapt en ik hem een handdoek geef, zeg ik erbij dat hij ook goed tussen zijn tenen moet afdrogen. Hij kijkt me verbaasd aan. ‘Dat doe ik nooit’, zegt-ie, ‘dat doen alleen ouwe mensen…’
Ook Karlijn doet in de badkamer haar zegje.
Met een vies gezicht haalt ze tijdens het tandenpoetsen de borstel uit haar mond. Ze kijkt beurtelings naar de tube tandpasta van opa en het witte schuim op haar tandenborstel. Dan trekt ze haar conclusie: ‘Sorry hoor, maar dit is echt ranzig!’.

Na het eten praten we over de plannen voor de volgende dag. Ik heb het idee ze mee te nemen naar het Sinterklaashuis in Dordrecht.
‘Ik heb een plannetje voor morgenochtend’, begin ik, ‘zullen we leuk ergens heen gaan?’
Voor ik verder iets kan zeggen, krijg ik van twee kanten allerlei suggesties: ‘De Efteling!’ ‘Balorig!’ ‘Kalkar!’ ‘Dippiedoe!’
Oeps! Dat was niet mijn bedoeling en ik haast me uit te leggen, dat hun ideetjes allemaal te ver weg zijn om in een ochtend te doen. Ik probeer ze in de richting van het Sinterklaashuis te krijgen. ‘Nee, ik zal jullie helpen’, zeg ik. ‘Mijn plannetje begint met een S.’
En dan zit opa met z’n mond vol tanden, want met grote, onschuldige pretlicht-ogen roepen ze om beurten: ‘Sefteling!’ ‘Salorig!’ ‘Salkar!’ ‘Sippiesoe!’

Oude liefde roest niet

15 december 2008

Ik heb nog steeds een goede band met Snorpiet, de hoofdpiet die jaarlijks mijn oude school bezocht. Zo kan het gebeuren, dat ik -onverwachts en ongepland- op een ochtend bij diezelfde Snorpiet op de koffie zit en het schmink- en verkleedfeest van dichtbij meemaak. Met recht een kijkje in de keuken.
En ach, als diezelfde Snorpiet dan klaar is voor zijn bezoekje aan de school, ben ik ook de beroerdste niet. Bied ik haar spontaan een lift aan. Achterop de fiets, dat dan weer wel…

Rekenopgave

17 december 2008

LEES DE VOLGENDE OPGAVE NAUWKEURIG EN GEEF ANTWOORD OP DE VRAAG

Frits maakt van 4 t/m 23 september 2008 een rondreis door China.
Hij verblijft gedurende die reis alle dagen in een hotel. Iedere dag stopt Frits alle mini-tubes tandpasta van de hotelkamer in zijn koffer. Dagelijks wordt zijn kamer schoongemaakt en worden de toiletartikelen bijgevuld. Gedurende de hele reis gebruikt Frits zijn eigen, van huis meegenomen tandpasta.

Vanaf zijn terugkomst in Nederland op 24 september 2008 gebruikt Frits de Chinese hoteltandpasta. Hij poetst zijn tanden twee keer per dag en gebruikt één tubetje per poetsbeurt.
Hij is niet thuis op de volgende dagen:

30 september t/m 3 oktober
8 oktober t/m 13 oktober
17 oktober t/m 22 oktober
28 oktober t/m 30 oktober
6 november t/m 10 november
14 november t/m 15 november
24 november t/m 4 december

Op vier avonden vergeet Frits zijn tanden te poetsen. Op 17 december 2008 maakt Frits de laatste mini-tube op. Hoeveel tubetjes Chinese hoteltandpasta zaten er op de terugvlucht vanuit Peking in zijn koffer?

Kerstkaartjes!

23 december 2008

Uit De Volkskrant van 23 december 2008.
De dagelijkse Sigmund-strip van tekenaar Peter de Wit:

Beste wensen!

23 december 2008

Goede wensen beperken zich niet tot nieuwjaarsdag.
Gedurende een kalenderjaar wordt je regelmatig iets toegewenst.
Bij een verjaardag, een speciale gelegenheid, een bijzondere dag.
Of zoals met dit briefje, aangetroffen onder mijn ruitenwisser…

Lekker?

20 januari 2009

Gezien bij de stand van Tsjechië op de vakantiebeurs in Utrecht: ovenverse beignets.
In half Engels, half Duits de serveerster toch maar even gewezen op het wat vreemde ingrediënt van deze lekkernij.
Een uurtje later weer langs de stand gelopen. Het briefje was inmiddels aangepast…

Opa leest voor

21 januari 2009

Het Nationaal Voorleesontbijt.
Opa Frits was natuurlijk van de partij bij zijn kleinkinderen op de Burgemeester van Bommelschool.
En net als alle kinderen: in nachtkleding…

Valentijn

14 februari 2009

Ik rijd door de polder op zo’n rustig 60-kilometer-dijkweggetje. Al geruime tijd zit er een auto vlak achter me met daarin een jong stelletje. In mijn spiegel zie ik, dat ze elkaar zoenen en knuffelen.

Zodra de verkeerssituatie dat toestaat, rem ik af, zet m’n knipperlicht aan, stap uit en loop naar de auto achter me die ook gestopt is. Als ik bij het portier van de tortelduifjes kom, wordt het raam naar beneden gedraaid.
‘Weet u de weg niet, mijnheer?’, vraagt het meisje.
‘Dat wel’, antwoord ik, ‘maar jullie zitten nu al zo’n minuut of tien achter me en ik zie jullie aan één stuk door zoenen. En nou heb ik een verzoek: willen jullie dat alsjeblieft je hele leven volhouden?’
Zonder hun antwoord af te wachten, loop ik terug naar mijn eigen auto en rijd weg, blij dat ik deze mensen mijn eigen kleine bijdrage aan Valentijnsdag heb kunnen meegeven…

Kalendervoorspelling?

8 april 2009

Hoe weten ze dat nou? En al een jaar van tevoren?

Heg noch steg

9 april 2009

‘Maar waarom probeer je niet of je het hier kunt laten repareren?’
Ik heb een paar sterretjes in mijn voorruit. Die ochtend had ik thuis tevergeefs zitten wachten op de monteur-aan-de-deur van Carglass. Ondanks hun brave beloftes in de tv-reclames was er niemand komen opdagen. ‘Excuses, mijnheer’, had de vriendelijke telefoniste me gezegd, ‘zullen we gelijk een nieuwe afspraak maken?’ Ik had het afgewimpeld, mijn koffer gepakt en was naar Emmen gereden.

‘Maar waarom probeer je niet of je het hier kunt laten repareren?’
Ik kijk op mijn horloge. Kwart voor vier. Als ik zou weten waar de Carglass in Emmen zit, zou ik dat misschien nog kunnen halen.
‘Simpel hoor’, zegt vriendin. ‘Je weet de MacDonald’s op weg naar het dorp? (Ik blijf het vreemd vinden, dat ze hier de binnenstad ‘het dorp’ noemen). Nou, bij de verkeerslichten daar ga je rechtsaf en het eerste pand is de Carglass.’ Nu kom ik alweer een poosje regelmatig in Emmen en de weg weet ik er nog steeds niet goed, maar dit lijkt me wel te vinden.
Als ik tien minuten later sta te wachten op het groene licht zie ik aan mijn rechterhand inderdaad het reparatiebedrijf. Jammer alleen, dat er geen Carglass op de gevel staat, maar Kwikfit. Kleinigheidje. Kniesoor die daar op let.
Ik parkeer voor de deur en stap op de werkplaats af. In de deuropening staat een jonge, wat slungelige monteur die mij vriendelijk begroet. Ja inderdaad, ik ben hier verkeerd en nee, dat spijt hem nou, maar waar de Carglass zit, weet hij niet. Samen lopen we de werkplaats in waar een collega druk doende is een band om een velg te leggen. Veel zin om het uitgebreid uit te leggen heeft hij niet, maar de slungelige jongeman ‘vertaalt’ voor mij zijn onverstaanbare aanwijzingen: ‘Terug naar de verkeerslichten, daar rechtsaf en dan helemaal doorrijden tot het eind. Dan ziet u het vanzelf. Ze zitten in het oude pand van de Hema. Kan niet missen.’

Weer op weg bedenk ik me, dat ik eigenlijk weinig opschiet met die aanwijzing. Helemaal doorrijden tot het eind? Hoe ver doorrijden? En welk eind?
Bij het eerste rode verkeerslicht laat ik het portierraam zakken en vraag aan de auto naast me de weg naar de Carglass. ‘U weet wel’, doe ik alsof ik bekend ben in Emmen, ‘in het oude pand van de Hema.’ Hij kijkt me niet begrijpend aan.
Bij het volgende verkeerslicht heb ik meer succes. ‘De Carglass? Maar dan zit je helemaal verkeerd. Je rijdt hier bijna Emmen weer uit (wist ik veel, mijnheer Kwikfit had gezegd: helemaal tot het einde…). Nee, de Carglass, wacht even hoor, de Carglass zit tegenwoordig op de meubelboulevard. Je moet hier keren en dan helemaal terug. Volg de borden Meubelboulevard maar, dan kom je er vanzelf.’

Die borden brengen me inderdaad dezelfde weg terug (hallo MacDonald’s, dag Kwikfit) en na een dik kwartier heb ik de afslag van de meubelboulevard bereikt. Geen zin om nog langer tijd te verspillen, rijd ik de eerste de beste parkeerplaats op om nogmaals de weg te vragen. Bij een grote doe-het-zelver tref ik een man die net is uitgestapt. Maar als iets eenmaal tegenzit, blijft niets me bespaard, want (gelukkig) weet deze man wel precies waar de Carglass zat, maar (jammer genoeg) stottert hij zo erg, dat het nogal wat tijd in beslag neemt voor hij me heeft uitgelegd, dat ik ‘h…h….h….hele…hele….m…m…maal moet door…door…rijden tot het ei…ei…eind v…v…van de straat en d….d….d…daar i…i…i…is het aan aan aan de r…r…r…rechterk…k…k…kant.’
Ik bedank hem vriendelijk en begin in de aangewezen richting te rijden. Ik kijk op mijn klokje. Het is inmiddels dik half vijf geworden en de tijd begint te dringen. Het zal me toch niet gebeuren, dat ik net na sluitingstijd bij de Carglass aankom? Die angst is niet ongegrond, want aan het einde van de straat zie ik ‘aan aan aan de r…r…r…rechterk…k…k…kant’ niets wat op een Carglass lijkt, maar wel een showroom vol glimmend gepoetste auto’s… Voor de zoveelste keer het afgelopen uur (…) besluit ik de weg te vragen.
‘Doet u mij een nieuwe auto’, zeg ik bij de receptie, ‘maar vertelt u mij alsjeblieft eerst even waar ik de Carglass hier in de buurt kan vinden. Ze zitten in het oude pand van de Hema, hebben ze me verteld.’ En eindelijk, eindelijk heb ik succes. De man achter de balie tikt wat in op zijn scherm en daar verschijnt de openingspagina van Carglass. Ik ren op een drafje terug naar mijn auto. Nadat ik het adres in mijn navigatiecomputertje heb ingetikt, is de rest simpel. Maar wel een tikkeltje frustrerend. Want is daar weer niet (drie keer scheepsrecht) de MacDonald’s? En daar de Kwikfit? En word ik diezelfde weg weer opgestuurd ‘helemaal tot het einde’? En sta ik na een uurtje rondtoeren door Emmen weer niet voor precies hetzelfde verkeerslicht? En -het zal me niet gebeuren!- zie ik daar in de rechterzijstraat niet met grote letters Carglass op een gevel staan?

‘Tot hoe laat zijn jullie geopend?’, is mijn eerste vraag aan de balie.
‘Tot vijf uur mijnheer.’ Het is drie minuten voor vijf.
Nee, ze kunnen me vandaag niet meer helpen, maar ze zijn niet te beroerd de computer weer op te starten om een afspraak voor de volgende dag te maken. Ze zijn ook niet te beroerd om met twee man sterk even met me mee naar buiten te lopen om mijn voorruit te inspecteren. ‘Als u hier een uurtje eerder was geweest, hadden we u vandaag nog kunnen helpen’, wrijven de vriendelijke monteurs zout in de wond. Ik vertel hoe lang ik al onderweg ben (vijf kwartier inmiddels), hoe ik allerlei verkeerde aanwijzingen had opgevolgd en hoe ik gevraagd en gezocht had naar het oude pand van de Hema.
Vier paar wenkbrauwen gaan omhoog. Vier paar lippen krullen zich tot een glimlach. ‘Het oude pand van de Hema? Dit is het oude pand van autobedrijf Dregema!’ Ik zal ze wel nooit echt goed verstaan, die Drentenaren…

Onderweg #1

14 april 2009

Gezien op de spatlap van een Engelse vrachtauto:

RIJD NIET SNELLER DAN JE BESCHERMENGEL KAN VLIEGEN

Bij de dood van Martin Bril

21 april 2009

Tsja.
Dus toch.
Letterlijk vandaag het laatste Bril-woordje:
Enfin…

Onderweg #2

21 april 2009

Sticker op de achterbumper van een dikke Volvo:

ALS IK MERCEDES ZOU WILLEN RIJDEN NEEM IK WEL EEN TAXI

Bruiloft met hindernis

9 mei 2009

Als ik bij het kerkje arriveer waar de bruiloft zal plaatsvinden, is op dat moment een andere huwelijksvoltrekking net beëindigd. De toerit naar de parkeerplaats naast de kerk wordt geblokkeerd door de bruiloftsgasten die in afwachting zijn van het kersverse bruidspaar dat op het punt staat naar buiten te komen.

Het wachten duurt me allemaal te lang (bovendien heb ik een afspraak met het bruidspaar) en dus besluit ik het parallel aan de parkeerplaats lopende asfaltweggetje in te steken om een eindje verderop de parkeerplaats op te rijden. Een vrouw uit het gezelschap wachtende bruiloftsgasten spreekt me aan: ‘U wilt dit weggetje op? Dat zou ik niet doen, want het loopt dood.’  Ik bedank hartelijk en rijd doodgemoedereerd (lees: eigenwijs) het asfaltweggetje op.

Halverwege wordt het weggetje smaller.
Halverwege zie ik rechts een steil talud naar de naastgelegen vaart.
Halverwege begint aan de linkerkant een muurtje, dat steeds hoger wordt naarmate ik het weggetje volgd.
Van oversteken naar de parkeerplaats is geen sprake meer. En natuurlijk had de vrouw gelijk: het weggetje loopt inderdaad dood. Morsdood eigenlijk, want als ik aan het einde scherp de hoek om moet draaien, sta ik aan het begin van het kerkhof…
Vriendin-naast-me zegt niets.
Net als ik ziet ze dat ik me in een onmogelijke positie heb gemanoeuvreerd. Recht voor me en links en rechts naast me: plantsoen en zerken. Achter me een stenen huisje met een klein verhard stukje grond ervoor. Ik besluit in dat piepkleine hoekje te keren.
Het plekje om te draaien is eigenlijk te klein. Of is mijn auto te groot? In ieder geval moet ik heel wat keren voor- en achteruit steken en centimeter voor centimeter krijg ik mijn auto gedraaid. Het gaat wel zwaar en stroef, maar (denk ik) dat komt natuurlijk door de aarde en het gras onder de wielen…
Vriendin-naast-me heeft het als eerste in de gaten: ‘Gòh, dat hele paaltje gaat heen en weer.’ Net boven de linkerkant van de auto zien we zo’n wit betonnen paaltje boven de motorkap uitsteken. Bij iedere beweging voor- en achteruit gaat dat paaltje heen en weer.
Vanaf de begraafplaats nadert een vrouw met een gieter in haar hand. Ze blijft bij mijn auto staan, kijkt naar de voorkant en beduidt me het raampje open te doen.
‘Weet u wel dat uw hele bumper eraf ligt?’
Nou nee, dat weet ik niet. Wel begrijp ik nu waarom de wielen zo stroef draaiden. Met veel gewrik krijgen we de bumper onder de auto vandaan en met pijn en moeite proppen we die op de achterbank. Ach, en zo zonder bumper is de bocht niet meer zo lastig te nemen. Met wat vertraging melden we ons bij het bruidspaar.

Het wordt een zeer genoeglijke bruiloftsmiddag en een meer dan gezellige feestavond. Ondanks het feestgedruis dwalen mijn gedachten toch af en toe even af.
Had ik nou maar naar de raad van die vrouw geluisterd…
Had ik nou maar op m’n spiegels dat weggetje achteruit terug gereden…
Had ik nou maar uitgestapt toen de auto wat weerstand ondervond…
Had ik nou maar wijzer, verstandiger, minder naïef geweest…
Twee-en-zestig word ik volgende week.
Zal ik ooit nog veranderen?

Wisseltruc

13 mei 2009

De vrouw bij de kassa is in druk gesprek gewikkeld met de verkoopster van de kledingzaak.
‘Ik heb deze twee broeken hier in februari gekocht. Ik heb ze toen niet gepast, nee, want ze waren te klein.’
De verkoopster trekt een verbaasde wenkbrauw op.
‘Kijk, het zit zo: ik was van plan te gaan Sonja-Bakkeren en om een stok achter de deur te hebben, kocht ik toen twee broeken maat 38. Terwijl ik eigenlijk 40 heb. Maar ja, dat Sonja-Bakkeren is helemaal mislukt. Niks voor mij. Ik ben geen grammetje afgevallen. Dus u snapt het zeker al?’
Het lijkt de verkoopster verstandig voorlopig even niet te reageren.
‘Ik heb ze dus nooit aangehad. De labeltjes zitten er zelfs nog aan. En ik heb de kassabon nog. Dus ik dacht (de vrouw haalt even diep adem en strijkt een lok uit haar gezicht) dus ik dacht: misschien kan ik die broeken nog ruilen?’
De verkoopster neemt verveeld het kassabonnetje van de vrouw aan, werpt er een vluchtige blik op en reageert onverbiddelijk.
‘Hier staat toch duidelijk: ruilen binnen acht dagen. U komt drie maanden later en dan verwacht u die broeken nog te kunnen omruilen? Kunnen we niet aan beginnen.’
‘Ja maar’, probeert de vrouw nog, ‘u ziet toch zelf dat ze nog ongedragen zijn en…’
‘Kunnen we niet aan beginnen’, onderbreekt de verkoopster haar verhaal. Ze draait zich om en begint een andere klant te helpen. Voor haar is de zaak afgedaan.

Niet voor de vrouw. Ze propt boos de twee kledingstukken in haar tas en stevent regelrecht op een rek met broeken af. Nieuwsgierig naar wat ze van plan is, drentel ik een beetje haar richting uit en zie dat ze twee broeken van maat 40 uit het rek haalt, die identiek zijn aan de maatjes 38 die in haar tas zitten. Met die twee broeken meldt ze zich bij de pashokjes. Als ze even later weer tevoorschijn komt, werpt ze een wat ongelukkige blik op de verkoopster bij de paskamers.
‘Te klein’, zegt ze, de twee broeken ophoudend, ‘jammer hoor, want ik vind ze erg mooi. Maar ja, niks aan te doen. Ik hang ze zelf wel even terug in het rek, doe geen moeite!’
Bij het broekenrek aangekomen, ziet de vrouw dat ik er nog steeds sta. Ze kijkt me even vluchtig aan en hangt daarna de twee broeken terug. Als ze naar de uitgang van de winkel loopt, kan ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en kijk ik op de labeltjes van de net terug gehangen broeken: twee keer maat 38!
Voor de vrouw de winkel verlaat, draait ze zich nog even half om en kijkt me aan. Met een nauwelijks merkbaar triomfantelijk glimlachje stapt ze naar buiten, de drukke winkelstraat in…

Probleempje

20 mei 2009

Als ik in het restaurant naar het toilet ga, hangt daar een egaal zwarte rol wc-papier. Leuk! Nog nooit eerder gezien.
Maar wel een probleempje.
Want hoe zie je nou wanneer je klaar bent met vegen?

Toevoeging
1september 2010

Leuke ideeën verdienen navolging.
Die zwarte rollen hangen tegenwoordig ook in mijn gerenoveerde toilet…

Aanranding

9 juli 2009

Gehoord op Radio Rijnmond bij het programma-onderdeel ‘Wijze Vrouwen’, waarin een aantal vrouwen in een bejaardenhuis reageert op het nieuws. Het onderwerp is een actuele aanranding van een vrouw van 82.
Zegt één van die ‘wijze vrouwen’:
‘Ik heb een vriendin en die zeg: Ik loop ’s avonds vaak genoeg in het donker over straat, maar mijn pakke ze nooit. Ik gaat d’r zo voor legge als het mot, maar het overkompt me niet…’

Bussie!

14 juli 2009

Het is er dan toch van gekomen. Sinds vandaag ben ik de trotse eigenaar van een camperbus. Nou ja, vanaf 23 juli 2009 om 10:30 uur.

Een Pössl 2-Win Hoogdak.
Een Citroën Jumper 2.8 HDI om precies te zijn.
Lengte x breedte x hoogte = 560 x 200 x 265
Motorinhoud 2800 cc
Motorvermogen 128 PK
Brandstof diesel
Transmissie automaat
Kenteken 13-PT-ZK
Kilometerstand 54.859
Datum deel 1 augustus 2005
Kleur opaal groen
Gewicht 2600 kg

– ABS remsysteem
– Airbags bestuurder en bijrijder
– Airco cabine
– Cruise-control
– Centrale vergrendeling
– Elektrische ramen en spiegels
– Stuurbekrachtiging
– Linker- en rechterstoel draaibaar

– Boiler
– Koelkast
– Kachel en ringverwarming
– Vast bed achterin
– Radio-CD speler
– Achteruitrijcamera
– Luifel
– Fietsenrek
– Elektrische opstap

Opa sigaar?

21 september 2009

In gedateerde leesboekjes kom je ze nog weleens tegen. Teksten die in deze tijd (terecht) eigenlijk voor kinderen niet meer kunnen.
Een voorbeeld?
Martine Letterie begint haar leesboekje uit 2002 zo:

Teun en Willemijn zijn in hun nopjes. Opa Sigaar komt logeren.
Niemand kan zo leuk vertellen als hij. Eerst een sigaar opsteken.
En dan kan het verhaal beginnen…

Dat opa’s-met-een-sigaar helemaal uit de tijd zijn, wordt me weer eens pijnlijk duidelijk als ik bij mijn dochter binnenstap om op zieke kleinzoon Jurgen te passen en hij me begroet met een hartelijk: ‘Je stinkt naar opa…’

Hij was toch al zo lekker op dreef, die kleinzoon van me.
Toen hij tegen de middag wat opknapte, stelde ik hem voor zich lekker te wassen en kleren aan te trekken. Daar had hij duidelijk geen zin in en dan gooit hij al zijn fantasie in de strijd om er onderuit te komen. Ik moest namelijk weten, dat hij ‘maar heel weinig kleren heeft.’ ‘Eigenlijk heb ik meer pyjama’s dan kleren, opa. En ik moet zo vaak een hele dag in mijn pyjama lopen. Omdat ik geen kleren heb. Soms ga ik ook in mijn pyjama naar school…’

Zeven jaar en wat een fantasie!
Van wie zou-ie dat hebben?

Ken het zijn dat ik u kan?

21 september 2009

Als ik een dagje oppas op mijn zieke kleinzoon, staat de schoorsteenveger voor de deur.
‘Goeiemorgen’, begroet ik de man, ‘er is verder niemand thuis. Ik ben de oppas.’
‘Dat dacht ik al’, antwoordt de schoorsteenveger, ‘want de man die hier woont kan ik. En zijn vrouw kan ik ook. En haar moeder. Kan ik ook. Maar u kan ik nog niet.’
Als ik hem uitleg, dat ik de vader van de vrouw des huizes ben, is hij tevreden.
‘Mooi, dan kan ik u dus nu ook…’

Dolfijn…

11 oktober 2009

Carmen (tien jaar, bijna elf en dochter-van-dochter-van-vriendin) is een dagje naar het dolfinarium in Harderwijk geweest. Enige tijd geleden heeft ze daar een nachtje bij de dolfijnen gelogeerd en ik vraag haar of de dieren haar nog herkenden. Dat blijkt niet het geval.
‘Heb je dan niet even op het raam getikt om te laten weten dat je er weer bent?’ vraag ik haar.
Bijna verontwaardigd antwoordt ze, dat tikken op de ruit ten strengste verboden is, omdat de dolfijnen daar helemaal gek van worden. Even is het stil, dan kijkt ze me met een schuin hoofd aan en vraagt met pretlichtjes in haar ogen: ‘Bij jou hebben ze zeker vaak op het raam getikt?’

Frits on the move

17 oktober 2009

Ik ben op het garagepad bezig het bordje achterop m’n bussie te monteren.
Arie, dorpsgenoot en kennis, komt op de fiets voorbij. Hij stopt, ziet me in de weer met m’n steeksleuteltje 10 en m’n inbussleuteltje en blijft even staan kijken.
Dan vervolgt hij zijn weg, draait zich bij het wegrijden nog even om en roept uit de grond van zijn hart: ‘Hoe ouder, hoe gekker!’

Eigentijds

19 oktober 2009

Gehoord uit de omroepinstallatie van een kinderspeelparadijs:
‘Attentie, attentie, wil Marijn van der Sloot naar het restaurant komen? Zijn vader staat daar op hem te wachten.’
Even is het stil en komt er een gesmoord gemompel uit de luidsprekers. Dan vervolgt de omroepster luid en duidelijk: ‘En wil ook de stiefmoeder van Marijn naar het restaurant komen?’

Mara

31 oktober 2009

Op 31 oktober ben ik voor de vierde keer opa geworden.
Mara heet ze.
Geboren om 19:42 uur en 3600 gram ‘zwaar’.

En natuurlijk zijn de eerste foto’s al gemaakt:

Geloven of niet?

22 december 2009

Tsja. Geloven? Twijfelen?
Genieten, dat in ieder geval!

Op de Bommelschool bijvoorbeeld met Karlijn en Jurgen

Of tijdens het familiefeest thuis bij Frank en Andrea

ADHD

22 december 2009

Behulpzame buurman van mijn moeder is altijd in de weer om de mensen om hem heen de helpende hand te bieden. Hij haalt boodschappen, hij leegt de brievenbus, hij brengt de vuilnis weg, hij doet kleine klusjes, kortom een gouden kerel voor de flatbewoners die wat minder goed uit de voeten kunnen. Altijd bezig, altijd in de weer, stilzitten lijkt in zijn woordenboek niet voor te komen. Stiekem (misschien weet-ie het ook wel) noem ik hem ‘ADHD-Ruudje’.

ADHD-Ruudje heeft een monteur van de KPN over de vloer die bij hem televisie, telefoon en internet komt installeren. De monteur is rustig bezig alles aan te sluiten, maar om de haverklap staat buurman achter hem en kijkt over zijn schouder mee.
Of hij misschien een kopje koffie lust? Of hij er allemaal wel uit komt? Of hij nog iets nodig heeft? Of hij misschien nog iets wil drinken? Of hij snapt hoe buurman het allemaal aangesloten wil hebben? Of dat kabeltje misschien verlegd moet worden? Of hij gereedschap nodig heeft? Of hij misschien nu dan iets wil drinken? De monteur laat het allemaal gelaten over zich heen komen en gaat ongestoord zijn gang.

Alles bij elkaar duurt de hele klus toch wel zo’n kleine twee uur. En al die tijd wil buurman maar de helpende hand reiken, al die tijd komt buurman regelmatig kijken hoe het werk vordert. Op een gegeven moment meldt de monteur dat hij even naar zijn auto moet om een tube lijm te pakken. Eindelijk kan buurman zich nuttig maken!
Met een ‘bespaar je de moeite: lijm heb ik hier zelf wel’ loopt hij al in de richting van de kast. Maar nog voor hij bij de deur is, reageert de monteur: ‘Da’s mooi! Je hebt zelf lijm? Smeer dat dan alsjeblieft op de zitting van je stoel en blijf gezellig een uurtje zitten…’

Kerst 2009

23 december 2009

Stefan Verwey
De Volkskrant
woensdag 23 december 2009

Je wordt ouder papa

3 januari 2010

Heeft u dat ook?
Ik bedoel, dat al die plastic pasjes in uw portemonnee hun eigen, vaste plaats hebben?
Niks zoeken, makkelijk pakken, het meest gebruikte pasje handig vooraan, de minder gebruikte achterin.

Ik heb m’n indeling aangepast.
Sinds kort is het pasje van m’n zorgverzekering verhuisd van achteren naar voren.
Tsja.

Raadplaat 2010

3 januari 2010

Waar is Frits nou weer mee bezig?

Gekreukeld papier

8 januari 2010

Gelezen in Vrij Nederland.
Een interview met hoogleraar psychologie Nico Frijda.
Treffende uitspraak van deze ‘huil-deskundige’:

‘Het is een morele verplichting om niet te vergeten.
Papier dat gekreukeld is, wordt nooit meer glad.’

Seniorenvisite

11 januari 2010

Goede en (letterlijk) oudste vriend wordt 82.
Ik besluit hem onaangekondigd met zijn verjaardag te gaan feliciteren. Als ik klokslag half elf aanbel voor een kopje verjaardagskoffie staan vriend-en-zijn-vrouw nog ongewassen in ochtendjas in de deuropening.
‘Wat leuk dat je zo onverwacht langs komt’, is de reactie van jarige vriend. ‘Als je het niet erg vindt, doe ik eerst even mijn gebit en mijn gehoorapparaat in…’

Voorleesontbijt

20 januari 2010

Het was weer leesfeest op de Bommelschool in Heinenoord.
Dochter-directeur Saskia liep rond in flatteuze nachtkleding…
De burgemeester was er…
En vuttende opa Frits las voor en at een boterhammetje mee…

IJsbreker

10 februari 2010

Bij schoonzus is kanker geconstateerd. Da’s balen. Dan stort je wereld in. Dan heb je verdriet en zorg.
Gelukkig is ze in staat het langzamerhand enigszins te relativeren. Uit haar mond tekende ik het volgende verhaal op, dat ze me smakelijk vertelde.
Moet ze met haar man op een van de ontelbaar vele gesprekken komen. Stappen ze voor de eerste keer bij de op jaren zijnde professor binnen, staat hij op, wijst op een tweetal stoelen, beduidt hen plaats te nemen en zegt: ‘Ik geef u straks een hand, want ik moet eerst plassen’.
Terug van het toiletbezoek, stelt hij zich voor, neemt tegenover hen achter zijn bureau plaats, neust uitgebreid in zijn papieren, kijkt van de een naar de ander en vraagt tenslotte: ‘En… eh… om wie van u twee gaat het?’
‘Om mij’, antwoordt schoonzus en laat er een zuchtend ‘helaas’ op volgen.
‘Oh’, reageert de professor, ‘u had het liever uw man toegewenst?’

Van Karlijn. Voor opa.

28 februari 2010

Nadat kleindochter Karlijn bij me op bezoek is geweest, vind ik op het bureau in mijn werkkamer een tekening. Van Karlijn. Voor opa.
Treffend toch?
Alleen… die stropdas.
Hoe komt zo’n kind daar nou bij?

Recht voor z’n raap

5 maart 2010

Vriend en dorpsgenoot neemt geen blad voor de mond. Als ik hem aan de telefoon krijg en vraag hoe het gaat, windt hij er geen doekjes om:
‘Gaat wel redelijk Frits. Loop momenteel effe in de ziektewet.
Tsja, gisteren naar het ziekenhuis geweest, hè?
Geopereerd aan m’n pik.
Twintig centimeter d’r af.
Twee kilo lichter…’

Dieet

19 maart 2010

Kinderen en kleinkinderen zitten bij mij thuis aan de lunch.
Kleinzoon Jurgen bekijkt het kuipje Becel en reageert dan: ‘Hé, grappig: Dieet’.
Dan wijst hij een voor een iedereen rond de tafel aan en zegt: ‘En die eet, en die eet, en die eet, en die eet…’

Logeerkwartet

27 maart 2010

27 maart 2010

Kleindochter Karlijn en kleinzoon Jurgen komen een nachtje logeren. Vriendinnetjes Christy en Lise komen ook mee. De jongens beneden, de meiden boven. Gezellig toch?

Buscamperweekend 2010

9 mei 2010

Gezellig.
Informatief.
Zo’n weekend met 37 gelijksoortige en gelijkgestemde busgenoten.
En gespreksstof genoeg…

  • Prachtig land hoor, Frankrijk, maar wat je er absoluut niet moet doen, is je heup breken…
  • Nee, wij zijn echte wandelaars. Altijd al geweest. Onze huwelijksreis was een wandeltocht van Hoek van Holland naar Den Helder…
  • Enne, Koos, deze is nou voor vier fietsen, maar maken jullie zo’n drager ook voor twee?
  • Ja, wij gaan veel weg met onze camper. Vorig jaar hebben we vijfentachtig overnachtingen gemaakt…
  • En dan rijden we een poosje en dan zie ik dat besteklaatje weer langzaam open gaan bij iedere bocht…
  • Mooie tocht was dat door de Baltische Staten. En typisch: op het platteland nergens stromend water, maar wel overal internet…
  • Nee, wij zijn geen kilometervreters. Soms rijden we op een dag twintig kilometer en dan zien we alweer een mooi nieuw plekje…
  • Daar moeten we nog eens iets aan doen. Op slechte wegen schiet de vergrendeling van de koelkastdeur los en dan denk ik; ‘Oh, daar gaat m’n kilo verse kwark…’
  • Mooie overnachtingsplek in Zweden. Kan ik je aanraden. Naast het kerkhof, dus rustige buren…
  • Dus jij bent die man, die twee jaar geleden schade heeft gereden aan die splinternieuwe huurcamper. Wij waren de huurders na jou…
  • Wij zijn lid van de club van alleenstaanden. Ja, natuurlijk melden zich wel eens mensen bij ons aan die bewust op zoek zijn naar een relatie. Maar die worden al snel geroyeerd. Nou ja, behalve Sonja, maar ach, die zal wel nooit aan een man komen.
  • Het enige Belgische koppel luistert mee in een gesprek over de ontluchting van de gasflesruimte. ‘Maar dat hebben wij toch ook’, fluistert de vrouw tegen haar man, ‘ zo een gaatje in de bodem met kippendraad…’

Verbouwing #1

25 mei 2010

Er wordt druk verbouwd in mijn huis.
Bij het slopen van de out-of-date houten schrootjeswand in een van de voormalige kinderkamers komen wat kindertekeningen tevoorschijn.
Ach, dat is waar ook.
Hoe lang is het inmiddels geleden, dat me door Saskia (1972) en Frank (1974) de vraag gesteld werd: ‘Papa, mogen we op de muur tekenen?’
En natuurlijk mochten ze dat.
Er kwam immers betimmering overheen?
Wie zou dat ooit nog zien…

Trots en bezorgd

31 mei 2010

Kleinzoon Jurgen is bij zijn voetbalvereniging FC Binnenmaas uitgeroepen tot pupil van het jaar. Hartstikke trots natuurlijk. Welke opa zou dat niet zijn? Maar tegelijkertijd ook een beetje bezorgd.
Want op dit moment is hij voor 100% fan van Feyenoord.
Maar, stel dat die jongen op latere leeftijd echt doorbreekt.
Stel dat-ie later profvoetballer wordt.
Heb ik een Feyenoorder als kleinzoon.
Moet ik -als Sparta-Piet- toch wel even aan wennen…

Potente verhuisdoos

6 juni 2010

Toen zoon Frank en schoondochter Andrea jaren geleden een ander huis betrokken, nam ik na de verhuisklus hun gebruikte verhuisdozen mee. Een goeie doos, nooit weg, nietwaar?

Als ik bezig ben mijn zolder op te ruimen, heb ik een paar van die oude verhuisdozen van dat tweetal nodig. Wat er ooit heeft ingezeten, staat keurig op de zijkant genoteerd.
SERVIESGOED-KEUKEN, BOEKEN-STUDEERKAMER, enz. laat geen twijfel bestaan over de inhoud van weleer. Bij een doos met als opschrift NAAIEN-WERKKAMER zou je eventueel dubbelzinnige gedachten kunnen hebben, maar wat moet ik me voorstellen bij de verhuisdoos, waarop zoonlief ooit met ferme letters CONDOOMS-WERKKAMER heeft geschreven?

Potent mannetje hoor.
En dan te bedenken, dat er maximaal 15 kilo in zo’n doos mag…

Nationale rouw

10 juni 2010

De uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer is schokkend.
De VVD is de grootste partij van Nederland geworden. Da’s mijn kleur niet, da’s niet leuk. Maar ik troost me met de gedachte dat er in die partij tenminste nog mensen zitten met gezond verstand. Vele malen zorgwekkender is het feit dat de PVV van Geert Wilders zo’n enorme winst heeft behaald. De derde partij van Nederland nota bene!
Ons land gaat naar de kloten!
Alle reden om de dag na de verkiezingen de vlag halfstok te hangen…

Stilletjes

14 juli 2010

Het is wat stilletjes de laatste tijd met aanvullingen op mijn ge-dag-ten. Stilletjes is niet bepaald het juiste woord als het om mijn huis gaat. Al wekenlang is er een behoorlijk ingrijpende verbouwing aan de gang.
Genoeg herrie in en om het huis.
Genoeg zaken die mijn aandacht vragen.
Vandaar die website-pauze…

Bois de la Justice

27 juli 2010

Even een weekje er tussenuit. Even met het bussie Frankrijk in.
Aardige doortrekcamping hoor, dat Bois de la Justice in Monnerville, even ten zuiden van Parijs. Maar wat een regeltjes.
Overal hangen A4’tjes: dit mag niet, dat is verboden, zus is niet toegestaan, zo wordt niet gewaardeerd.
Met als absolute toppunt van die overdreven regelgeving het bordje in de tuin van de eigenaar:

HIER IS ALLES VERBODEN…

Verbouwing #2

14 augustus 2010

Maandenlang werklui over de vloer.
Ik poets me suf op het toilet dat ze gebruiken.
Dat vraagt om maatregelen…

Begroeting

8 september 2010

Gehoord op straat:
‘Hé Arie! Hallo! Tijd niet gezien. Alles goed?’
‘Nee, drie foutjes. Jammer hè…?

Kopje koffie, chauffeur?

15 september2010

Broer en schoonzus hebben een vroege vlucht naar hun vakantiebestemming. Of ik ze misschien naar Schiphol kan brengen?

Geen enkel probleem natuurlijk en dus sta ik om half drie ’s nachts (…) voor de deur, bel aan, tik aan m’n pet en meld dat de taxi klaar staat. Of mijnheer de chauffeur misschien nog even wil binnen komen? En of hij nog tijd heeft voor een kopje koffie voor de koffers worden ingeladen?

Kleinkinderkunst

13 oktober 2010

Zoon Frank komt met zijn kinderen op de koffie. Kleindochter Nina huppelt over het garagepad naar me toe. Glunderend krijg ik een door haar gemaakte tekening aangereikt.

Vroeger hing ik dat soort kleinkinder-kunstuitingen op de wc.
Tegenwoordig krijgt zoiets een plaatsje op m’n website…

Kleinkinderpraat

13 oktober 2010

‘Als ik later groot ben’, zegt kleindochter tijdens het avondeten, ‘krijg ik een andere achternaam. Tenminste als ik trouw en als ik dat zou willen.’
‘Ik niet’, is de reactie van kleinzoon, ‘ik word later homo…’

Sinterklaas 2010?

25 oktober 2010

Zoonlief stuurt me een mailtje met de uitnodiging het Sinterklaasfeest bij hem thuis te vieren. Het is oktober nietwaar en je kunt er niet vroeg genoeg bij zijn.
Ter illustratie heeft hij ook een foto meegestuurd. Leuk hoor.
Maar hoe legt hij zoiets uit aan zijn goedgelovige één- en driejarige dochtertjes? Waarschijnlijk door ze te vertellen, dat hun papa zo gek is als een deur…

Morgenstimmung

14 november 2010

Moeder van een oud-leerling belt me ’s avonds op.
‘Frits, even een vreemde vraag. Je weet dat mijn moeder ernstig ziek is. Het zal niet lang meer duren. Nu ben ik met de voorbereidingen bezig voor de uitvaart. Adressen, tekst op de kaart, je kent dat wel (…).
Heb ik het er met mijn dochter over welke muziek we bij de plechtigheid zullen gebruiken. Zegt ze: die muziek van toen bij juf Nel. Dat was zo mooi. Kun jij me vertellen welk muziekstuk dat was?’

Is er nog wat op tv?

26 november 2010

Onlangs een staaroperatie ondergaan. Begeleidende en ondersteunende vriendin kon in de wachtkamer de ingreep rechtstreeks op de monitor volgen. En kon het niet nalaten er twee fotootjes van te maken…

Lekker soepie

28 november 2010

Gehoord in een restaurant:
‘Lekker soeppie, hoor. Er zit alleen zoveel vermicelli in, dat ik er een trui van kan breien…’

Krantebericht? Krantenbericht?

26 januari 2011

Zwoegen op woorden als ‘minuscuul’ en ‘googelen’

OUD-BEIJERLAND
De beste leerlingen uit de groepen acht van basisscholen uit de hele Hoeksche Waard hebben gisteren meegedaan aan de eerste editie van het groot taal- en rekendictee der Acisleerlingen. Tessa uit groep acht van De Blieken uit Klaaswaal won het taaldictee. Delano van Het Driespan uit Puttershoek eindigde op de eerste plaats bij het rekenen.

Voor oma

30 januari 2011

Ontvang ik een emailtje met een door haarzelf gemaakt gedicht van kleindochter Karlijn. Schiet je toch even vol…

There’s no more place in my heart
But there’s always place for you
My grandmother
I love you

Morsig

17 mei 2011

Begreep er niks van vroeger.
Zag om me heen morsige, oude heertjes.
En niet, zoals de meeste mensen, met morsige eetvlekken op hun schoot, maar altijd halverwege hun shirt.
Zeg maar op borsthoogte.

Nou heb ik daar de laatste tijd zelf ook last van. Vreemd.
Loop ik laatst langs de spiegel, wordt het hoe en waarom me ineens duidelijk…

Jatwerk

6 juni 2011

Gekopieerd en geplakt van de blog van kleindochter Nina:

Opa op ’t Zonnetje
Het thema van de kinderopvang is momenteel ‘familie’. In het kader daarvan waren alle opa’s en oma’s uitgenodigd om eens een kijkje te komen nemen. Opa Frits heeft gisteren dus kunnen zien waar Nina (en Mara) zich 3 dagen in de week bevinden.
Nina heeft een rondleiding gegeven en samen hebben jullie gekke poppetjes gekleid.

Verjaardag

8 juni 2011

Nog leuke cadeautjes gehad met je verjaardag?
Reken maar!
Wat dacht je van zo’n leuk met z’n kop knikkend hondje?
Staat geweldig op het dashboard van m’n bussie…

Opa Frits?

18 augustus 2011

Soms kom je -surfend op internet- bij toeval onverwachte dingen tegen.
Staat daar zomaar opa Frits te koop…

Masker opa Frits met brilletje

Uitvoering

Prijs

Masker opa Frits

18,90

Exit Mercedes

8 september 2011

En hij maakte al zo’n raar, ratelend geluid als ik startte, die dikke Mercedes van me. Toch maar even langs de garage.
Of ik even langs wil komen, is het telefoontje na een grondige diagnose. Krijg ik een uitgebreid verhaal over een distributieketting en afgebroken tandwieltjes die in de motor terecht waren gekomen.
Reparatie? De garagist kijkt bedenkelijk en noemt een bedrag, dat de waarde van de auto ruimschoots overschrijdt.
‘Denk er even over na’, is zijn advies, ‘economisch is je auto total loss, maar als ik hem repareer kun je er weer een jaar of drie mee vooruit…’
Lang hoef ik er niet over na te denken. Eén nachtje is voldoende.
Negentien jaar oud is die auto inmiddels. Vier jaar geleden gekocht met 152.000 kilometer op de teller, nu staat hij op 321.000. Het is mooi geweest.

De volgende morgen sta ik om kwart over acht al in de garage, haal mijn persoonlijke bezittingen uit de Mercedes en sta een half uur later met het vrijwaringsbewijs weer buiten.
Einde van een tijdperk. Kan ik later zeggen: ‘Kun je je nog herinneren, dat ik ooit een paar jaar in zo’n vette Mercedes heb gereden?’

Trouwens: goed dat ik m’n bussie nog heb. Zit ik tenminste niet zonder vervoer en hoef ik niet onmiddellijk naar een andere auto uit te kijken.
Na een paar dagen toch nog maar even met dat bussie langs de garage gereden om een (sentimentele?) ‘afscheidsfoto’ te maken.
M’n ex was inmiddels helemaal in een hoekje achterin geduwd tussen de andere afgeschreven gevallen…

Uitsmijter

8 september 2011

Het wegrestaurant is uitgestorven stil als ik er op een doordeweekse donderdag binnen stap. Terwijl ik een kop koffie maak, kijk ik rond: bij het raam zitten twee zakenlui en even verderop twee dames-op-leeftijd.
Bij de warme-hap-counter bestel ik een uitsmijter. De kok schrijft mijn bestelling op een briefje en geeft dat aan mij, samen met een soort afstandsbediening dat onderdeel van het paging system blijkt te zijn. ‘Met dit briefje kunt u bij de kassa betalen en als ik uw uitsmijter heb gemaakt, roep ik u op en kunt u hem hier komen afhalen’, verduidelijkt de kok het systeem.
Als ik met m’n dienblad met koffie richting de kassa loop, komt de kok snel achter zijn bakplaat vandaan, passeert me en gaat vlug achter de kassa zitten. ‘Tsja’, het niet zo druk hè?’, begroet hij me, ‘dus ik doe de kassa er maar even bij. Dat is dan € 11,50 in totaal…’

Ik ga zitten aan een tafeltje pal naast de zelfbedieningsafdeling en pak een krant van de leestafel. Nog voor ik een half artikel heb gelezen, begint mijn ‘afstandsbediening’ te trillen en te knipperen. Ik kijk in de richting van de bakplaat, waar de kok -op nauwelijks vijf meter afstand- een bord uitnodigend voor me ophoudt: ‘Uw uitsmijter is klaar, mijnheer.’ Als ik mijn bestelling van hem aanneem en met een opgetrokken wenkbrauw de afstandsbediening terug geef, glimlacht hij begrijpend. ‘Ach, weet u, als het zo stil is als nu, is dit hele systeem eigenlijk onzin, maar ja, we hebben het nu eenmaal hè en dan is het zonde om het niet te gebruiken. Eet u smakelijk…’

Volgevreten

18 september 2011

‘En waar heb je volgende keer trek in?’
Omdat steun-en-toeverlaat-buurman, die regelmatig voor mijn moeder een maaltje kookt een paar weken op vakantie is, ga ik in die periode om de paar dagen naar haar toe om bij haar thuis een maaltijd klaar te maken. Met een kratje vol potten, pannen en ingrediënten neem ik dan bezit van haar keuken en sta gezellig kwekkend met moeder achter haar fornuis te kokkerellen.
‘En waar heb je volgende keer trek in?’
Nou, macaroni leek haar wel wat.

Nu combineer ik zo’n ‘kookbeurt’ bij moeders regelmatig met andere activiteiten in Rotterdam. Doe een boodschapje, ga ’s avonds naar theater of -zoals vandaag- volg de culinaire route op de West-Kruiskade.
‘De strippenkaart is terug in Rotterdam’ had ik al weken op de radio horen aankondigen. ‘Vrijdag 16 september waardeert Rotterdam het lekkerste kleine gerecht van de West-Kruiskade tijdens een culinair festival. U bent de jury! Negentien toko’s, eethuisjes en winkels bereiden op die dag iets speciaals voor u.’

Hoe simpel stak het in elkaar: aan het begin van de straat kreeg je van een lieftallig, representatief meisje een (gratis) strippenkaart. Met die kaart kon je de eethuisjes -herkenbaar aan een boog bonte ballonnen voor de deur- binnen stappen en voor de eenheidsprijs van € 1 overal een hap(je) of drankje kopen. Na het nuttigen van je consumptie werd van je verwacht, dat je het bezochte eettentje een cijfer gaf. Was je klaar en uitgegeten, dan leverde je de strippenkaart weer in, zodat de organisatie alle punten bij elkaar kon optellen en de winnaar bekend maken.

Ik zet die dag mijn kratje boodschappen bij moeders in de keuken, neem bij haar voor de deur de tram naar het centrum, pik m’n strippenkaart op en zit binnen de kortste keren in het eerste eettentje aan een broodje Döner Kebab. Negentien deelnemers staan er op de strippenkaart. Ondoenlijk (zelfs voor mij!) om ze allemaal met een bezoek te vereren, ik ben de tel ook een beetje kwijt geraakt, maar zo’n stuk of tien ballonnenboogjes heb ik na anderhalf uur wel gepasseerd. Ik kan geen pap meer zeggen. Zit bommetje vol. Ik kijk op mijn horloge en zie dat het inmiddels half vijf is geworden. Hoogste tijd om terug te gaan, want er moet nog gekookt worden en moeders wil op tijd eten. Ik pak de tram terug, doe verslag van mijn culinaire wandeling, drink een kopje koffie (‘Gòh, wil je er geen koekje bij? Da’s niks voor jou…) en begin te koken.

‘Heb je niet zo’n trek? Vind je het niet lekker? Het is heerlijk hoor!’ Moeder zit tegenover me en smult van de macaroni die ik heb klaargemaakt. Op mijn eigen bord heb ik een heel klein beetje opgeschept. Omstandig roerend en prikkend weet ik af en toe toch nog een muizenhapje naar binnen te werken…

Aardige buurvrouw

21 oktober 2011

Ach, ik heb tegenwoordig zulke leuke buren. Hij is meer dan aardig, maar die buurvrouw van me is een tikkeltje vreemd. Want wie gaat er in vredesnaam in een tijgerpak de ramen zemen?
Ik kan het niet nalaten haar daar op aan te spreken. Blijkt ze mee te doen aan een vossenjacht voor de jeugd. Gelukkig maar, want ik begon me al zorgen te maken. Ik bedoel: je zult er maar naast wonen…

Maatje kleiner

22 oktober 2011

De dikke Mercedes 400 SE uit 1992 is vervangen door de Volkswagen Polo 1.4 Comfortline PDC uit 2008. En wat een toepasselijk kenteken heeft die nieuwe auto: 46-ZR-KP. Oftewel van Zeer Ruim naar Kleine Polo.

Maatje kleiner dus, stevige stap terug, maar ja: moeten we niet allemaal wat gas terug nemen in deze tijd van recessie? Hoor wie het zegt: de man-alleen met een buscamper op z’n oprit en een auto in de garage…

Brugklasser

13 november 2011

De schoolfotograaf was geweest.
Of ik ook een foto wilde hebben.
Natuurlijk!
Ik bedoel: toch een mijlpaal als je kleindochter brugklasser is geworden…

Pakjesbussie 12

6 december 2011

En zomaar, ineens, was m’n bussie omgetoverd tot slaap- en woonverblijf van Sinterklaas. En stond het op 5 december ’s morgens vroeg voor de Burgemeester van Bommelschool in Heinenoord.
Zeg nou zelf: is dat uitzonderlijk vervoer of niet?

Razende reporter(s)

11 december 2011

Sinds kort ben ik in de weer voor de Omroep Hoeksche Waard (behoorlijk lokaal, buiten de polder niet te ontvangen, maar wel te beluisteren via ‘onze’ eigen website: www.radiohw.nl).
Mijn werkzaamheden bestaan voornamelijk uit redactiewerk, programmapresentatie en radioverslaggeving. En soms een onderwerpje voor TV Hoekschewaard. Samen met een ‘collega’ maakte ik een verslag van de First Lego League in Rotterdam. (en onbegrijpelijk, dat ik dan achter me hoor fluisteren: ‘Kijk, de kerstman loopt te filmen…’)

De reportage bekijken?
Klik op het logo en ga naar mijn videopagina

Luister naar een radio-promo van Frits

Dood

15 december 2011

Zonder enige aanleiding vraagt kleinzoon Jurgen van negen jaar tussen twee happen boterham-met-vlokken: ‘Opa. Hoe is het eigenlijk om alleen te wonen?’
Het is inmiddels bijna vijf jaar geleden, dat Nel overleed en zijn directe vraag verbaast en verwart me. Nadat ik hem zo eerlijk en oprecht mogelijk heb geantwoord, kan ik het niet laten hem te vragen: ‘Maar waarom wil je dat eigenlijk weten?’
‘Nou, dan weet ik hoe het is als later mijn vrouw ook dood gaat…’

Kerstgedachte 2011

15 december 2011

Zie ik dat nou goed?
Ik bedoel: de foto is wazig en waarschijnlijk snel en stiekem genomen. Maar ontkennen heeft geen enkele zin.

Ja hoor. Daar zit Frits.
In de mobiele radiostudio van Omroep Hoeksche Waard.
Met een KERSTmuts op zijn hoofd, bezig met de presentatie van een rechtstreekse KERSTuitzending vanaf een KERSTmarkt!

En dan te weten hoe Frits over al dat KERSTgedoe denkt.
Tsja. Betrapt…

Flapuit

17 december 2011

‘Dierenleed’ (heb ik dat), is een vast onderdeel van het radioprogramma dat ik op zaterdagmorgen bij Omroep Hoeksche Waard presenteer. Dan komt een vrouw van het dierenasiel telefonisch in de uitzending. Met haar bovengemiddelde liefde voor huisdieren probeert zij op z’n Martin Gaus’ de dieren aan een nieuw baasje te koppelen.

Het gebeurt tijdens mijn aller-, allereerste presentatie, dat zij opsomt: ‘We hebben op dit moment 20 katten, Frits, 8 honden en 12 konijnen voor wie we een thuis zoeken.’
En voor ik er erg in heb, flap ik er uit: ‘Nou, die konijnen zullen in deze tijd van het jaar geen probleem vormen. Nog een week te gaan en dan is het kerst. Ruim de tijd om ze lekker in de marinade te leggen…’
Ik krijg een stomp van de naast me zittende regisseuse en kan het puntje van m’n tong wel afbijten. Dat zèg je toch niet, zeker niet op je eerste presentatiedag. Maar gelukkig reageert ze niet eens, mijn dierenslijtster. Gaat onverstoorbaar door de eigenschappen van de asielhonden op te sommen.

Het zit me toch niet lekker.
Nog diezelfde avond bel ik haar op om mijn excuus aan te bieden voor die flap-uiterige-opmerking.
‘Ik heb het je niet eens horen zeggen, Frits’, is haar antwoord. ‘En bovendien zit ik daar helemaal niet mee. Vorige week zei ik zelf nog tegen een van mijn collega’s hier, dat we die konijnen het beste maar in de kerstpakketten kunnen stoppen. Zijn we er mooi vanaf. Dus geen enkel probleem hoor. Ik spreek je over veertien dagen weer…’

Krullen weg

20 december 2011

Ja, kleizoon Jurgen wist precies hoe het moest worden, laatst bij de kapper.
Krullen weg, zijkantjes opscheren en een kuif.
Nou, dan krijg je dat toch…

Generatiekloof

20 december 2011

‘Mag ik een paar foto’s met jouw mobieltje maken opa?’
‘Kijk, dat wist jij natuurlijk niet, hè opa, dat dat met jouw mobieltje kan?’
Nee, Karlijn, dat wist opa niet…

Compliment?

28 december 2011

28 december 2011

Loop ik rond op de Kampeerbeurs, stapt er een vrouw op me af.
‘Hé, bent u niet de schrijver van die columns in de Kampeerauto?’
‘Klopt.’
‘Leuke stukjes. Ik lees ze altijd met plezier.’
‘Dank u.’
‘Maar eh… op de foto bij die columns ziet u er veel leuker dan in het echt…’

Zelf oordelen over deze columns?
Klik op het logo hiernaast.

Dikke praat

2 januari 2012

Druk met elkaar in gesprek stappen een moeder en haar net-volwassen dochter in de tram. Ze nemen plaats op het bankje achter mij.
‘Viel achteraf toch reuze mee, vind je niet?’, begint de moeder tegen haar dochter. ‘Ik bedoel dat feestje zomaar onverwachts.’
Dochter reageert met een neutraal, schouderophalend ‘Hmm..’.
‘Maar da’s niks voor jou, hè, van die spontane dingen. Bij jou moet je van tevoren allemaal precies weten wat er gaat gebeuren.’
‘Hmmm…’
‘Ik ben zo anders dan jij hè. Ik hou’ wel van onverwacht en spontaan.’
‘Hmmm…’
‘Meid, je weet: ik ben zo impulsief. Ik zou bijvoorbeeld op dit moment zomaar -laat ik eens gek doen- op dit moment eh… noem eens wat, zomaar spontaan naar Parijs kunnen gaan.’

Ik draai me om, monster moeder en dochter, neem m’n hoed af en zeg: ‘Wat leuk, zo’n spontane vrouw achter me in de tram. Over drie haltes moet ik eruit, want daar staat mijn auto. Stap ook uit. Rijden we samen naar Parijs…’
Even valt de vrouw verbluft stil. Haar dochter geeft haar een por in de zij. Dan herneemt ze zich.
‘Eh…, nou… ik heb natuurlijk ook nog een gezin waar ik voor moet zorgen , dus… eh…’
‘Jammer nou’, is mijn reactie en ik draai me glimlachend weer om.

Twee haltes verder moeten beide vrouwen eruit.
Vlak voor ze uitstapt, draait de dochter zich naar mij om en zegt: ‘Da’s nou typisch mijn moeder, hè? Dikke praat…’

Valentijn 2012

14 februari 2012

14 februari. Valentijnsdag.
De postbode loopt het pad op.
De brievenbus kleppert.
‘Ha’, denk ik, ‘Valentijnspost!’
Op de mat geen lieve kaart.
Wel de bekende blauwe envelop.
Leuker kunnen ze het niet maken.
Inderdaad.
Maar moet dat nu uitgerekend op 14 februari bezorgd worden?

Amerika? America!

29 februari 2012

Papa en mama naar New York? Opa met de kleinkinderen naar America (naar Centerparc Limburgse Peel wel te verstaan…).
En wat is opa bijgebleven van dat weekje weg?
Karlijn bij de karaoke.
Jurgen met z’n iPod.
Opa in de boosterbike.

Oud en bejaard?

8 maart 2012

Mijn moeder heeft (eindelijk) de stap genomen te verhuizen naar een verzorgingshuis. Ter oriëntatie maken broer en ik een afspraak bij zo’n instelling. We hebben een gesprek en worden rondgeleid. Op de afdeling waar mijn moeder eventueel geplaatst zou worden, maken we kennis met het hoofd van die afdeling. Mijn broer stelt zich voor. Ik stel me voor. Het afdelingshoofd wendt zich tot mijn broer, wijst op mij en vraagt vriendelijk en belangstellend: ‘En komt mijnheer binnenkort hier wonen?’

De weg kwijt?

8 maart 2012

Dat-ie bestaat, de zeehondenambulance, wist ik niet eens. Maar dat-ie me tegemoet komt op een rotonde even buiten het Gelderse Lunteren?
Lunteren? Lunteren aan Zee?
Nooit van gehoord!

Nieuwe opa

23 april 2012

Terug van mijn afgebroken reis naar de Zwarte Zee, besluit ik mijn ‘zwerversuiterlijk’ te fatsoeneren.
Kom ik na die opknapbeurt bij mijn dochter binnen, werpt kleinzoon Jurgen een blik op me en begroet me met: ‘Hallo, kleinhoofd-opa!’.
Hoe lang geleden zat ik als namaak-kerstman met het buurjongetje op schoot? En nu vindt het merendeel van mijn omgeving, dat ik ‘zo lekker opgeknapt ben’…

Ohne Kommentar

7 mei 2012

Een verlaat souvenirtje van mijn afgebroken Rondje Zwarte Zee? Of een vervroegd verjaardagscadeautje?

Schriftliche Verwarnung mit Verwarnungsgeld
Anhörung zur OrdnungswidrigkeitSehr geehrter Herr Fch Mahn,
Ihnen wird zum Last gelegt, am 11.04.2012 um 11:02 Uhr in Köln-BAB, km 0,80, zw. AS Königsforst und AK Köln-Ost, in Fahrtrichtung Oberhausen, als Führer des PKW mit dem Kennzeichen 13-PT-ZK, Fabrikat DETHLEFFS, folgende Ordnungswidrigkeit(en) begangen zu haben:
Ordnungswidrigkeit Verletzte Vorschriften
Sie überschritten die zulässige Höchtsgeschwindigkeit auẞerhalb geschlossener Ortschaften um 14 km/h. Zulässige Geschwindigkeit: 100 km/h.
Festgestellte Geschwindigkeit (nach Tolerantzabzug): 114 km/h.
§ 41 Abs. 2,
§ 49 StVO
§ 24 StVG
11.3.2 BKat
Beweismittel: Foto, Film-/Bildnummer 1262100/053, TraffiStar S330
Wegen der/den oben bezeichneten Ordnungswidrigkeit(en) werden Sie hiermit unter Erhebung eines Verwarnungsgeldes in Höhe von 20,00 EURO verwarnt (§§ 56, 57 des Gesetzes über Ordnungswidrigkeiten-OWiG).

Dodelijk

10 juni 2012

Op Roompot-camping Klein Vink in het Limburgse Arcen ontvangen de kampeerders bij hun inschrijving een gratis toegangskaartje voor de thermaalbaden. ‘Attent hoor’, vertrouwt camperbuurvrouw-op-leeftijd me toe, ‘lijkt me heerlijk zo’n terminaal bad.’ Inderdaad, denk ik dan, zoiets moet je één keer in je leven gedaan hebben…

Dag moedertje…

16 juni 2012

Nee ma, zo heb je het niet gewild. Hier ben je dus altijd bang voor geweest. Toen je op een gegeven moment zelf besefte, dat je met al je kwalen, je ziektes en je ongemakken niet langer zelfstandig kon blijven wonen en je met ons -je kinderen- op die avond bij jou thuis aan de Groene Hilledijk in een geëmotioneerd gesprek de situatie besprak, stond één ding voor jou als een paal boven water: je wilde je leven niet eindigen in een zaaltje van een verpleeginrichting. Zo was het immers je moeder vergaan en dat beeld stond je nog helder voor ogen. Zo dus niet. Ok, het zaaltje van je moeder was bij jou een kamer, de verpleeginrichting was bij jou een zorghotel, maar voor jouw gevoel was het toch hetzelfde. Nee, zo heb je het niet gewild.

Aan de andere kant, ma, zo heb je het wel gewild. Want in datzelfde emotionele gesprek waar ik het net over had, spraken we ook over bewust afscheid nemen van het leven. Hadden we het over euthanasie. Was je nog bezorgd dat we het je kwalijk zouden nemen. Hebben we je op het hart gedrukt, dat we er alle begrip voor hebben. Hebben we met elkaar afgesproken, ma, dat je geen pijn hoefde te lijden of een doodsstrijd zou moeten voeren als het eenmaal zover was. Zo heb je het gewild. Uiteindelijk was er geen pilletje nodig, was er geen prikje nodig. Je bent -en de mensen die hier nu zijn, ma, snappen allemaal wat ik bedoel- je bent met comfort pijnloos en vredig van ons weggegaan.

Verdriet, dames en heren, gemis, opluchting en medelijden, dat zijn eigenlijk de gevoelens die ik de afgelopen periode, de afgelopen dagen om beurten heb ervaren.
Verdriet, natuurlijk. Het is erg om je moeder te verliezen, dat hoef ik niemand van u uit te leggen.
Gemis, uiteraard. Ik ben nu weeskind, heb geen ouderlijk huis meer.
Opluchting? Zeker.
Kijken we naar het laatste jaar, misschien wel de laatste jaren van mijn moeder, dan zien we een steeds verder aftakelende gezondheid, een steeds meer afhankelijk worden van mensen om haar heen. Haar leven bestond op het laatst toch nog maar uit gedoucht en aangekleed worden, in haar stoel voor het raam gezet worden, te worden voorzien van medicijnen en eten en ’s avonds klaargemaakt te worden voor de nacht. En dat niet voor een dag, niet voor een week, maar voor maanden. Buiten kwam ze niet meer of het moest zijn voor bezoekjes aan het ziekenhuis. Opluchting dus. Hoe zeggen we dat tegen elkaar: het is het beste voor haar, ze heeft een mooie leeftijd bereikt.

Blijft over medelijden. Eerlijk gezegd -zonder de andere gevoelens te kleineren- overheerst dat gevoel. Medelijden omdat ze alles tot voor kort nog zo bewust heeft meegemaakt. Dat ze in die stoel voor het raam zittend de tramhalte van de Groenezoom kon uittekenen en -dat kan niet anders- heeft teruggeblikt op haar actieve leven en alles wat ze meegemaakt en ondernomen heeft. En dan wordt ze veroordeeld tot een passief leven. Niets meer kunnen en je dat pijnlijk bewust zijn. Moet ik zo dan eindigen, heeft ze meerdere malen gedacht.

En ook dat actieve leven van haar is geen pad geweest, dat altijd bestrooid lag met rozenblaadjes. Verre van dat. Als je bent geboren in 1925 en je bent de oudste in een arbeidersgezin, dat maar nauwelijks het hoofd boven water kan houden, word je al snel pijnlijk geconfronteerd met de harde realiteit. Mijn moeder heeft de werkloosheid meegemaakt, mijn moeder heeft bittere armoede meegemaakt, mijn moeder heeft de crisis meegemaakt, mijn moeder heeft de Tweede Wereldoorlog meegemaakt.

Maar mijn moeder heeft gelukkig ook het tij zien keren. Ze heeft ook de wederopbouw van Nederland meegemaakt. Heeft mijn vader leren kennen. Heeft hem blozend en hakkelend te woord gestaan toen zij als jong verkoopstertje in een juwelierszaak werkte en hij -steeds vaker en regelmatiger- daar binnenstapte. Moet trouwens heel wat zijn geweest voor mijn vader om als jongen-van-de-stad verliefd te worden op zo’n meissie van boeren-zuid. In 1946 trouwden ze en langzamerhand kregen ze het beter.

Als kind maakte ik dat bewust mee, bijvoorbeeld de aanschaf van de eerste brommers. De Berini M19 voor mijn moeder en de M21 -iets zwaarder uitgevoerd- uiteraard voor mijn vader, want verschil moest er wezen, zo was-ie dan ook wel weer.
Met twee gezinnen trokken we er dan op mooie zondagen op uit naar Hellevoetsluis en streken daar neer in een duinpannetje. We dronken 3-Es gazeuse limonade uit plastic bekertjes van een afgrijselijke kleur. En ene Pietje -een draak van een kind van dat andere stel- kreeg altijd een schepje suiker in zijn limonade want hij kon niet tegen prik. Mooi, dat zulke herinneringen je zo scherp bijblijven.

Ook die bijvoorbeeld van de allereerste auto: een tweedehands Renault Dauphine, de trots van het gezin. Volgepakt en afgeladen trokken we daarmee dan op vakantie naar Zuid-Frankrijk, natuurlijk via Parijs over die verschrikkelijke, angstaanjagende Boulevard Périphérique, waar mijn vader met het angstzweet in zijn handen het Renaultje bestuurde en mijn moeder alles weglachte en luchtigjes van Parijs zat te genieten. Eigenlijk geeft dat heel aardig aan hoe zij was.

Zo onbezorgd en met wapperende haren reed ze ook brommer. Geen gas of vol gas, zorgeloos laverend over de meest drukke kruispunten. Mijn vader hield vaak z’n hart vast of dat allemaal wel goed ging.
En zo reed ze ook auto. Nou ja, een keer slechts. Op het parkeerterrein van het Feyenoord Stadion, waar ze een klein stukje mocht proberen en mijn vader nog maar net kon voorkomen dat ze het autootje tegen het eerste het beste paaltje zette.

Tegenpolen waren het, mijn ouders. Mijn vader zich zorgen makend, piekeren, dubben, leeuwen en beren op de weg zien. Mijn moeder luchthartig, zorgjes en probleempjes wegwimpelend. Alles voor de goede sfeer in huis, alles voor de pais en vree. Dank je wel, ma. Ik heb het niet altijd begrepen vroeger, maar ik realiseerde me pas later, wat een opoffering dat vaak voor je geweest is en hoe je me daarmee mede gevormd hebt tot wat ik nu ben.

Ma, het leven is een weegschaal. Aan de ene kant je schaaltje van blijdschap, geluk en tevredenheid, aan de andere kant je schaaltje vol zorgen, pijn en verdriet. En je bent gauw geneigd de zorgen en het verdriet van het afgelopen jaar zwaarder te laten wegen. Maar je zult het met me eens zijn, dat als we echt de balans opmaken jouw positieve schaaltje het zwaarst blijkt te zijn. Het is heus niet altijd makkelijk geweest (niet klagen, maar dragen), maar alles overwegend kun je terugkijken op een goed leven.

Je gaat nu de rust krijgen waar je naar verlangde en het is goed zo.
Ik heb er vrede mee en ik gun je die rust van harte en ik weet zeker dat ik spreek namens alle aanwezigen hier. Dank je wel voor alles.

Tot slot, echt tot slot, heb ik nog een heel persoonlijke vraag aan je.
Ik weet niks met zekerheid over het leven na de dood, wie weet dat wel, maar ma, mocht je haar tegenkomen: doe dan Nel de groeten…

Triest

25 augustus 2012

Heb je de dag ervoor je kamertje opgeruimd.
Heb je alle spulletjes die je op de rommelmarkt wil verkopen in een doos, een mand en een krat gesorteerd.
Ben je met je volgeladen supermarktwagentje ’s morgens naar je plekje gereden.
Heb je dat blauwe zeilkleed netjes uitgespreid.
Wil je net beginnen alles uit te stallen, komt me daar toch een stortbui naar beneden!
Nog een geluk dat je moeder zei: ‘Neem voor de zekerheid een paraplu mee. Je kunt nooit weten hier in Nederland. Beter mee verlegen, dan om verlegen.’

Lunch-overpeinzing

27 augustus 2012

Zojuist het kuipje tartine (nog van mijn laatste campertrip naar Italië) leeg geschraapt en op mijn boterhammetjes gesmeerd. Ik moet er nodig weer eens tussenuit…

Goed voorbereid

7 november 2012

De radioverslaggever is voor een rechtstreekse reportage aan boord van een historisch zeilschip, dat die dag voor een wereldreis zal vertrekken uit de Rotterdamse haven. Rondlopend met zijn microfoon probeert hij informatie te verzamelen over dit bijzondere schip. Hij spreekt een man aan.
‘Goeiemorgen, mijnheer. U bent rechtstreeks in de uitzending. Kunt u mij wat wetenswaardigheden over dit schip vertellen?’
‘Geen idee’, antwoordt de man, ‘ik ben een van de passagiers.’
De verslaggever kijkt om zich heen en klampt een andere man aan.
‘En mijnheer, vaart u vanmiddag ook mee?’
‘Dat zou ik wel denken’, zegt de man, ‘ik ben de kapitein…’

Kleinkinderklaas 2012

5 december 2012

Generatiekloof?

11 januari 2013

Als ik bij de milieustraat bezig ben een partij kasthout in de container te gooien, komt er een oudere man langs, zeulend met een grote kinderwagen. ‘Zonde van zo’n mega-buggy’, kan ik in het voorbijgaan niet nalaten op te merken.
‘Zeker zonde’, zegt de man, ‘moet je toch eens kijken wat een prachtige wielen er onder zitten. Weet je, daar maakte ik vroeger voor mijn kinderen een prachtige zeepkist van. Maar ja, vroeg ik vorige week aan mijn kleinkinderen of ze wilden dat opa een zeepkist voor ze ging maken, wisten ze niet eens wat dat was. Heb ik uit moeten leggen wat een zeepkist is! Zeiden ze dat ze zo’n kar bij Bart Smit veel mooier vinden. Weten ze veel. Dus weg ermee! Maar zonde blijft het…’

Piemel?

13 januari 2013

Als ik op het verjaardagsfeestje van kleindochter Nina naar de wc loop, drentelt de jarige achter me aan.
‘Wat is er?’, vraag ik haar als ik bij de deur van het toilet ben.
‘Niks’, zegt ze, ‘ik wil je piemel zien.’
Vijf jaar is ze geworden vandaag…

Net begonnen…

9 februari 2013

Aan de aardige serveerster in het restaurant geef ik mijn keuze voor het voorgerecht door:
ZALM OP TWEE MANIEREN
Gemarineerde zalm met een crème van gerookte zalm

Tien minuutjes later verschijnt er een blozend jong obertje aan mijn tafeltje met drie borden.
‘De carpaccio?’, vraagt hij. Ik wijs op mijn tafelgenote.
‘Dan is de twee maal zalm dus voor u’, concludeert hij en zet twee identiek opgemaakte borden voor me neer.
‘Pardon’, reageer ik, ‘ik heb weliswaar de zalm als voorgerecht besteld, maar dit lijkt me wat veel van het goede.’
‘Nee hoor, dit is zalm op twee manieren. Dit hier (hij wijst op het ene bord) is de ene manier en dit hier de tweede.’
Op dat moment passeert de serveerster aan wie ik mijn bestelling heb doorgegeven mijn tafeltje.
Ze ziet wat er aan de hand is, stuurt het obertje weg en pakt een van de twee borden zalm van de tafel.
‘Sorry hoor’, verontschuldigt zij zich, ‘het is op dit moment erg druk en zijn eerste avond.’
Als ze met het bord richting keuken loopt, draait ze zich nog even om: ‘Zalm op twee manieren! Het moet niet gekker worden…’

Zes jaar alweer

19 februari 2013

26 maart 1946

Nel Mahn-Evers

19 februari 2007

Gisteren naar de kapper geweest en voor mijn doen flink gekortwiekt.
Sta me vanmorgen te wassen.
Kijk in de spiegel.
Zie mijn haar en baard.
Denk: ‘Wat zou Nel tevreden zijn geweest met m’n frisse, korte koppie…’

Doe wat later boodschappen.
Poe! Lang geleden: kouwe oren…

Verder gaat alles goed…

29 juli 2013

Als ik voor mijn ontbijt de kom yoghurt met muesli uit de koelkast pak, glipt die uit mijn handen en valt op de bodem, een spoor van mueslislierten achterlatend op de pakken sap die in het rekje staan. Gelukkig (…) is de onderste la verder leeg, dus ik pak een lepel, ga op mijn knieën voor de koelkast zitten en eet mijn ontbijt uit de la…

Als ik de koelkast schoon heb, schenk ik een glas sinaasappelsap in om mijn medicijnen in te nemen.
Ik knip een strookje van het zakje Carbasalaat om vervolgens de poeder niet in het glas, maar in de prullenbak te gooien…

In de tussentijd heb ik een glas thee gemaakt.
Als ik het glas wil oppakken, stoot ik het om en de hete thee loopt over het aanrecht en druipt op de vloer…

‘En dan ben ik nog maar twintig minuten op’, verzucht ik als ik met een lapje de vloer schoon en droog maak. ‘Wordt het zo’n dag?’

Invulverhaal

11 oktober 2013

Als ik een lift instap, hangt er een een briefje bij het bedieningspaneel. Merkwaardige tekst.
Wie heeft dit geschreven? Voor wie is het bestemd?
Natuurlijk gaat het mij niet aan, maar -nieuwsgierig als ik ben- roept het wel vragen op. Wat is hier aan de hand?
Vul maar in:

Hoe komt tel in handdoek
Hoe ga je naar de wc
met tel in handdoek
(die valt er toch uit)
Waarom zo schichtig de
fitnessruimte ingegaan
toen tel. afging
Waarom het hand(??) aan
bij broekzak in de fitnessruimte
= gezien door student

Participatiesamenleving

22 november 2013

Gehoord bij het nieuws op de radio:
In een woning in de Rotterdamse deelgemeente Delfshaven is vanmorgen het lichaam van een vrouw aangetroffen die daar tien jaar geleden een natuurlijke dood is gestorven. De vrouw huurde een huis, waarvan de huur automatisch afgeschreven werd. Ook kreeg ze al die jaren AOW. Bouwvakkers waarschuwden de politie toen ze geen gehoor kregen bij het huis. Agenten zagen binnen een enorme stapel post en troffen het stoffelijk overschot van de vrouw aan. Het gemeentebestuur stelt een onderzoek in.

Tien jaar dood in je huis liggen.
Hoe eenzaam kun je zijn?
Hoe alleen kun je zijn?

Sinterklaas 1968-2013

5 december 2013

Fritserklaas vierde dit jaar zijn 45-jarig jubileum.
Ooit in 1968 was hij op zijn stageschool voor de eerste keer in zijn leven hulpsinterklaas. Precies vijfenveertig jaar later vond zijn tweede ‘optreden’ plaats.

1968
G.L.O. Carnisseschool
Rotterdam

2013
Burg. van Bommelschool
Heinenoord

Foto’s Burgemeester Bommelschool

Sinterklaas 2013

5 december 2013

Verwacht geen standpunt op deze plaats over zwarte, witte of gekleurde Pieten. Geen woord ook over blanke meesters en hun nederige slaven met te grote oorringen en te dikke lippen.
Gewoon: Sinterklaas thuis. Familiefeest. Blijft leuk, jaar in jaar uit.

Kerstmis 2013

24 december 2013

Peter van Straaten
De Volkskrant
24 december 2013

“KOM JE NOU NOG MET KERSTMIS?
IK HEB HET ZO KOUD!”

Schuddebuikjes

29 januari 2014

Zit ik tijdens het voorleesontbijt op de Bommelschool aan tafel tussen de leerlingen van groep acht. Het is reuze gezellig en tussen de happen door kletsen we honderduit. Mijn ’tafelheer’ ter rechterzijde belegt zijn bruine boterham ruimschoots met Schuddebuikjes.
‘Kijk nou’. zegt-ie tegen zijn tafelgenoten, ‘kijk nou, wat een lekkere boterham ik heb: Schuddebuikjes.’ Even werpt hij een zijdelingse blik op mij en vervolgt dan: ‘Ja… en naast me zit een Schuddebuikje in het echt…’

Spelingvautje

1 februari 2014

En nou nooit meer zeuren dat die jeugd van tegenwoordig zo slecht is in spelling.
Laat die volwassenen eerst maar eens naar d’r eigen kijken…

Hondenpoep

7 maart 2014

Stel, je hebt overlast van hondenuitlaters, die hun geliefde huisdier bij voorkeur een forse, dampende bolus laten draaien in jouw strookje tuin langs de straat. Dan kun je natuurlijk zo’n alledaags Gamma-Praxis-bordje op je hek spijkeren.
Maar ben je creatiever, dan knip je een felgele placemat in drieën, pakt een watervaste viltstift, laat je dichtader vloeien en spijkert drie bordjes op de bomen langs je tuin.
Kijk, dat valt tenminste op!
Prima werk, overbuurvrouw!

Nog te jong…

25 april 2014

In december 2012 maakte ik een rondreis door Cuba.
Veertien maanden later -het zal tijd worden- is mijn vakantiefilm van die reis eindelijk klaar. Om dat te ‘vieren’, trek ik mijn destijds in Cuba gekochte t-shirt maar weer eens aan.

Die middag komt dochter Saskia met kinderen op bezoek. Als kleindochter Karlijn (over twee maanden veertien lentes jong) mij in dat shirt ziet, vraagt ze: ‘Wie is dat? Mussolini?’

Twee conclusies:
– Bij het vak geschiedenis op haar school is de Tweede Wereldoorlog nog niet behandeld.
– Kleindochter kent mij wat dat betreft nog onvoldoende.
Stel je voor: opa Frits in een Mussolini-shirt, de ge-dag-te alleen al…

QCC

25 mei 2014

Al vanaf beurt drie zit ik bij het potje scrabbelen met vriendin met die lastige Q en twee C’s in mijn maag. Het hele verdere spel kan ik die f*cking letters met geen mogelijkheid kwijt. De score van vriendin loopt zienderogen gestaag op tot een voor mij niet meer in te halen achterstand.
Als er nog drie letterblokjes in de deksel liggen, denk ik slim te zijn: ik pak de Q en de twee C’s van mijn plankje en wissel ze om voor de laatste drie letters. Ik moet dan wel een beurt overslaan en kan dus geen punten scoren, maar (gna, gna), dan blijft vriendin lekker met die stomme letters zitten.
Vriendin verblikt of verbloost niet als ze ‘mijn’ letters oppakt. Ze kijkt even naar het speelbord en legt dan met een uitgestreken gezicht tergend langzaam het woord ACCU.
Heb ik dat…

Buscamperweekend 2014

17 juni 2014

Heerlijk toch, zo’n weekend met dik veertig busgenoten op camping De Rotonde nabij Geldermalsen? Met aan het einde de traditionele, tweejaarlijkse groepsfoto bij Buscamper Nederland in Culemborg.
Zoekplaatje (goed kijken!): waar op die groepsfoto bevindt Frits zich dit jaar?

Telefoontje

4 juli 2014

Met Frits.
Ja, met ma. Mag ik Maja even?
Mevrouw…
Met ma zeg ik. Mag ik Maja even?
Maar mevrouw…
Nou, dan vertel ik het wel aan jou. Ook goed. Ik heb genoten van de paling hoor. Heb ze heerlijk opgegeten. Ik dacht eerst nog, ik bewaar ze tot morgen, maar nee. Nou, het was dus lekker hoor. Wil jij dat dan tegen Maja zeggen?
Mevrouw, luister nou…
Ja, jij hebt het natuurlijk druk hè met uitpakken, dus ik snap wel…
Mevrouw! Mevrouw! U spreekt met Frits. Ik denk dat u een verkeerd nummer heeft getoetst.
Frits?
Ja mevrouw.
Maar dan slaat het nergens op, dat ik u dat hele verhaal heb opgehangen.
Och, anders had ik nooit geweten dat u zo genoten heeft van een lekker bosje paling. En dat is ook wat waard.
(…)
Mevrouw?
Tuut, tuut, tuut, tuut…

In het geel

16 juli 2014

Ach ja, wat doe je als zeven jaar na je eigen afscheid van school voor je oud-collega een afscheidsreceptie wordt georganiseerd? Dan haal je dat gele shirt weer uit de kast, je zet dat gele Gouwaertpetje weer op je hoofd en je gaat even knuffelen.

Leuk elkaar weer te zien.
En spannend ook, want zou dat shirt-van-zeven-jaar-terug nog wel passen? Hm, het ‘spande’ er om…

Bible belt

18 juli 2014

Nu woon ik toch al zo’n dikke veertig jaar in mijn streng gelovige dorpje. Zou je toch denken, dat ik zo langzamerhand op de hoogte ben van de gebruiken en rituelen hier.

En dan toch nog een leermomentje.
Nooit geweten dat het er zo aan toegaat hier…

Bron: Peter van Straaten in de Volkskrant

Kankerstreek!

20 augustus 2014

Na maanden van intensieve onderzoeken is de diagnose gesteld: dochter Saskia heeft kanker. Hodgkin dus, stadium 4. De komende acht maanden lang iedere veertien dagen aan de chemo.

Ik ben verdrietig. Voel me machteloos. Vind het oneerlijk.
En ik ben boos, heel erg boos. Dat verdien je niet als je tweeënveertig bent. Als er al zoiets bestaat als een hogere macht -laten we hem voor het gemak ‘mijnheer Natuur’ noemen- dan heeft-ie hier toch duidelijk een steekje laten vallen. Zal ik hem ook te zijner tijd beslist op aanspreken. ‘Moest dat nou, toen in 2014?’, zeg ik dan, ‘kon je mijn kind niet met rust laten?’

Natuurlijk komt het allemaal wel goed met haar, daar twijfel ik niet aan. Maar het blijft een kankerstreek…

Vreemd soort jaloezie

6 september 2014

Opgevangen:
‘Poeh, spannend en angstig hoor, laatst met m’n vader…’
‘Hoezo? Wat was er dan?’
‘Tsja. Vage klachten. Naar de dokter. Die vertrouwde het niet. Dus naar het ziekenhuis. Stukje weefsel weggenomen en op kweek gezet.’
‘Heftig! En wat was de uitslag? Viel het mee?’
‘Nou nee, niet bepaald: prostaatkanker dus. Met uitzaaiingen in de botten.’
‘Meid, vreselijk. En nu? Ik bedoel, hoe gaan ze hem behandelen? Chemo? Bestralingen?’
‘Nee joh. Hij moet dertig dagen een pilletje slikken, krijgt dan nog een injectie en dan moet het over zijn.’

En dan moet het over zijn? Dertig pilletjes en een prik?
Hartstikke fijn voor die man natuurlijk, (ik ben blij voor hem), maar ik ken andere gevallen…
Een vreemd soort (ongepaste) jaloezie overvalt me.

Ouderwetse opa

7 september 2014

Als ik dochter Saskia vertel, dat ik naar het vuurwerk ga kijken bij de wereldhavendagen in Rotterdam, lijkt haar dat ook wel wat voor kleinzoon Jurgen. Ze zal even met hem overleggen of hij zin heeft met me mee te gaan. Lijkt ons een prima plan.

Niet veel later krijg ik een sms’je.
‘Wereldhavendagen?’, had Jurgen gezegd. ‘Vuurwerk? Daar ga ik niet heen hoor. Dat bekijk ik morgen wel op YouTube.’

Tsja: YouTube versus reality.
Daar kan ouderwetse-opa-2014 niet tegen op…

Apptoinette werkt!

23 september 2014

Apptoinette
TROS Radar-app helpt je tegen onrecht in de winkel

Apptoinette is een nieuwe Nederlandse iPhone-app gekoppeld aan het programma TROS Radar en legt je in tien fragmenten uit welke rechten je als klant hebt tegenover een verkoper. Het richt zich direct op de verkoper.

Lijkt me een prima idee. Zal die app binnenkort beslist op mijn telefoon installeren. Maar zou het in de praktijk echt werken?

Ik koop een tablet bij de Mediamarkt in Rotterdam.
Na een paar dagen vertoont dat tablet kuren en is er niet meer mee te werken. Bij de servicebalie omschrijf ik mijn klacht en de medewerker maakt papieren in orde om het toestel ter reparatie op te sturen naar Samsung. Als ik vraag om een tijdelijk, vervangend toestel is dat niet mogelijk. ‘Nee mijnheer, dat gaat zo niet. Wij moeten het eerst drie keer opsturen voor we u een vervangend tablet mogen geven.’ Ze kunnen mij van alles wijsmaken (ik had dat Radarfilmpje nog niet gezien), dus ik ga morrend akkoord.

Als ik na een week mijn tablet kan ophalen, duurt het precies een dag tot precies dezelfde klacht zich voordoet. De volgende dag sta ik dus weer aan de balie van de Mediamarkt en lever mijn tablet voor de tweede keer in. Na vier (4) weken ontvang ik een sms’je, dat mijn toestel gerepareerd is. En wat blijkt? Ook deze tweede reparatie heeft niets opgeleverd: na vierentwintig uur geeft mijn tablet wederom de geest.

Voor de derde keer rijd ik naar Rotterdam en meld me aan de servicebalie.
‘Vervelend, mijnheer. dan gaan we het weer voor u opsturen.’
‘Dat dacht ik toch niet’, is mijn reactie, ‘ik ben het nu echt helemaal zat. Ik hoef dat toestel niet meer. Waarschijnlijk is het een maandagmorgenproduct. Doet er ook niet toe. Ik wil een nieuwe!’
‘Dat kan echt niet’, is het antwoord van de medewerker. ‘Wij zijn gebonden aan de bepalingen van de fabrikant en ik zal het dus -hoe vervelend dat ook voor u is- weer op moeten sturen.’
Een paar dagen geleden zag ik dat filmpje in Radar.
Terwijl ik de rits van mijn tasje open doe, mompel ik: ‘Tsja, inderdaad vervelend. Maar voordat u de papieren in orde gaat maken, wil ik u dan toch even een klein filmpje van de Radar Apptoinette laten zien.’ Als ik in mijn tasje rommel op zoek naar mijn telefoon (ik heb die app niet eens…), draait de medewerker zich naar zijn computer en begint te typen.
‘Wat doet u nu?’, vraag ik, ondertussen door mijn telefoon scrollend, ‘ik vroeg u toch even te kijken?’
‘Ik maak een retourbon voor u mijnheer. Als u hier wilt tekenen, kunt u boven een nieuwe tablet gaan halen. Bij de kassa laat u dan deze bon zien en kost het u verder niets. Mag ik u nog een prettige dag wensen?’
Ik berg mijn telefoon op (zal toch die app nog eens downloaden…) en verlaat een kwartiertje later de winkel met een nieuwe tablet. Die Apptoinette werkt echt!

Niet gepiest…

26 september 2014

Ik ben ik er inmiddels wel aan gewend, dat -als ik mijn auto naar de garage breng voor een onderhoudsbeurt- ik in de loop van de dag een telefoontje krijg ‘dat ze bij de werkzaamheden iets ontdekt hebben’. Eerlijk gezegd is er altijd wel wat. En het is nooit een simpel dingetje, dat eenvoudig is op te lossen, maar altijd complex. Ach, je raakt eraan gewend. Dat schijnt bij mij te horen…
Terecht moet dat gerepareerd worden en uiteraard zijn daar extra kosten aan verbonden. Zoals gezegd: ik ben er aan gewend en ik accepteer het zonder morren. Veiligheid op de weg voor alles, nietwaar.

In twee achtereenvolgende weken staan mijn auto en m’n bussie voor een APK en een beurt bij de garage. En -wonderlijke uitzondering- er wordt bij beide voertuigen niets extra’s geconstateerd. Dat valt me mee deze keer. Ik betaal netjes de Є 280 voor mijn auto en Є 440 voor m’n bussie. Zo, ik kan er weer tegen!

Exact een week later gaat het acculampje branden op de display van m’n bussie. Niet geel, niet knipperend, maar felrood. Foute boel! Ik stop bij een P en zie dat de wijzer van mijn startaccu net boven de 11 uitslaat. Zelfs een a-technisch iemand als ik kan dan maar tot één conclusie komen: de accu wordt niet bijgeladen.

Ik rijd meteen langs de garage.
‘Het kan zijn, dat de dynamoriem kapot is’, zegt de monteur. ‘Ik kijk er meteen even naar.’
Ik hoop het, maar heb er geen vertrouwen in. Zo iets simpels als het vervangen van een dynamoriem? Dat past niet bij mijn ‘garage-verleden’. Dat moet wel haast erger zijn. Klopt ook dit keer.
‘Die riem is nog in orde, dus daar ligt het niet aan. Het zou aan de bedrading kunnen liggen of in het ergste geval is de dynamo kapot’, zegt de monteur als-ie met een zaklantaarn onder de motorkap heeft gekeken. ‘Laat je bus maar hier, dan kijken we er vanmiddag nog naar.’
En ja hoor: de volgende dag krijg ik een telefoontje, dat de dynamo inderdaad kapot is. En dat er een ophangbout is afgebroken. En dat ze dus meer werk hebben aan het demonteren. En dat de kapotte dynamo meer vermogen heeft dan er standaard wordt ingebouwd dus zetten ze er weer zo’n zware in. Dat is dan wel iets duurder, maar ja. Het verbaast me allemaal niks. Ik had al niet verwacht, dat het iets simpels zou zijn.

Een dag later heb ik m’n bussie weer gerepareerd terug.
En weer een dag later heb ik de factuur al in mijn mailbox: Є 920…
Mijn moeder zou vroeger gezegd hebben: ‘Zo jongen, dure maand.’
Mijn vader had daar een uitdrukking voor: ‘Niet gepiest en toch nat.’

Mahn bijt hond?

10 oktober 2014

Expeditie Man bijt hond

Hoe goed kennen we Nederland nu echt?
Man bijt hond gaat op zoek naar het antwoord door twee avonturiers drie weken lang de kans te geven om Nederland te doorkruisen. Zij gaan naar onbekende bijzondere trekpleisters en pleisterplaatsen en laten met hulp van het publiek zien dat Nederland véél meer te bieden heeft dan alle overbekende attracties en dagjes uit. Man bijt hond brengt Nederland in beeld op een manier zoals het nog nooit eerder is gedaan.

In de speciale Man bijt hond Reisgids app worden de meest gedenkwaardige plekken die zij tegenkomen bewaard, maar ook kan de kijker een plek aandragen. Zo ontstaat een spannende digitale reisgids met alternatieve bezienswaardigheden en unieke uitstapjes voor iedereen te downloaden. De selectie van de kandidaten en de reis zelf zijn vanaf 29 september dagelijks te volgen op ExpeditieManbijthond.nl en natuurlijk op televisie.

Wat werd het spannend nadat ik me bij de NCRV opgegeven had als kandidaat voor Expeditie Man bijt Hond en uit de ruim 800 aanmeldingen geselecteerd was bij de dertig kanshebbers! Het publiek kon nu een week lang via de website een stem uitbrengen op de in hun ogen meest geschikte kandidaat. Na die week zouden de kandidaten van de publieks-top-tien in de finale verder strijden om te bepalen welke twee uiteindelijk Expeditie Man bijt hond mochten presenteren…

PROMO NCRV

Het aftellen is begonnen…

29 september 2014

Vanaf zaterdag 11 oktober gaan twee kandidaten drie weken lang op reis door Nederland. Wie die twee kandidaten worden, dat weten we na de finale van donderdag 9 oktober.
Iedereen kent de grote attractieparken, dierentuinen en musea, maar wie juist graag eens iets heel anders wil doen, moet daar flink naar zoeken. Daarom stuurt Man bijt hond twee avonturiers op pad om op zoek te gaan naar de meest bijzondere trekpleisters van Nederland. Ondertussen moeten ze zien te overleven in de woeste Nederlandse natuur, maar vooral moeten ze overleven met elkaar; wellicht nog een veel grotere uitdaging.

Frits Mahn

Leeftijd: 67
Komt uit: Goudswaard
Weduwnaar, vader van twee kinderen

Frits is 30 jaar geleden begonnen als schoolmeester, en is nu gepensioneerd. Hij beschrijft zichzelf als een (b)aardige, eigenwijze regelneef. Frits is daarnaast ook altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen.

Hij houdt ervan te reizen met zijn kampeerbus en is tijdens die reizen vaak in onverwachte, spannende situaties terecht gekomen. Mooie plekken bezoeken vindt hij leuk, maar hij geniet nog het meest van de gesprekken en ontmoetingen met mensen onderweg.

Tussenstand stemmen: Frits blijft op één

2 oktober 2014

Frits omringt zich met vrouwelijke kandidaten, want hij is de enige man in de top 5. Opvallend is dat de kleurrijke Bep hem op de hielen zit, want gisteren stond ze nog niet zo hoog. Ze heeft op dit moment 554 stemmen gekregen. De andere kandidaten die steeds dichterbij komen zijn: Anoucha (514), Anja (488) en Myrthe (482).

De laatste stemdag: wie gaan sowieso door naar de volgende ronde?

3 oktober 2014

Het is ontzettend spannend.
Frits staat op één, maar Bep heeft maar twee stemmen minder.
Daarna volgen Anoucha, Cyrill en Anja.
Inmiddels zijn er bijna 8.000 stemmen gegeven.
Heeft u nog niet gestemd? Het kan nog tot 16.00 uur.

Door te stemmen bepaalt het publiek welke drie er sowieso doorgaan naar de volgende ronde. De drie kandidaten met de meeste stemmen zijn zeker van een plaats bij de laatste tien kanshebbers. Voor de overige zeven kanshebbers telt het oordeel van de Man bijt hond jury ook mee.

De stembus is gesloten: de top 3 is bekend!

3 oktober 2014

De stemmen zijn geteld.
Na een bloedstollende nek-aan-nek-race is Bep (1153 stemmen) de onovertroffen winnaar, op de voet gevolgd door Frits (1045 stemmen) en Cyrill (915 stemmen). Deze drie kandidaten hebben de meeste stemmen weten te bemachtigen en gaan sowieso naar de finale.

De redactie beraadt op dit moment wie de andere zeven zullen worden.

BREAKING! Deze tien kandidaten gaan naar de finale!

3 oktober 2014

Na uitvoerig beraad is de redactie gekomen tot een definitieve kandidatenlijst.
Onderstaande tien kandidaten gaan door naar de finale, die donderdag 9 oktober plaatsvindt:
Anja Grooteboer, Anoucha Steijaert, Bep Welters, Cyrill Gerrichhausen, Franky Boy, Frits Mahn, Jos Hagenaars, Kitty van Deventer, Marina van Lierop en Michelle Ragbourn.

De redactie was onder de indruk van de creativiteit en de openheid van de kandidaten die zij toonden in de filmpjes. Donderdag gaan de finalisten met elkaar de strijd aan in een spannende eindstrijd. Belangrijk om te vermelden: alle stemmen, die tot dan toe zijn uitgedeeld, vervallen. In de finale begint iedereen weer met een schone lei.

BREAKING! De winnaars zijn gekozen!

9 oktober 2014

De winnaars zijn bekend: na meer dan 800 inzendingen zijn de twee expeditieleden Bep en Cyrill de gelukkigen die vanaf zaterdag drie weken lang voor het programma door het land reizen.

Frans en Jurjen waren onder de indruk van het enthousiasme en de energie van beide kandidaten. Cyrill is rustig van aard en Bep is extravert, waardoor ze elkaar als duo goed aanvullen. Bovendien toonde Cyrill tijdens de camperproef een vaardige bestuurder te zijn en bleek Bep erg creatief, een belangrijke eigenschap voor het oplossen van problemen die zij tijdens de reis ongetwijfeld tegenkomen. Frans en Jurjen wensen de kandidaten veel succes.

Het is allemaal anders gelopen dan ik gehoopt had en ik heb er een beetje zuur gevoel over. Natuurlijk -net als in de sport- leg je je bij de beslissing van een scheidsrechter/de jury neer.
Maar als tweede eindigen bij de publieksstemming en dan in de finale gepasseerd worden… Nou ja, het is niet anders. Volgende keer (?) beter. Ik heb er in ieder geval als schrale troost een fijne tas aan overgehouden…

Uitzending bijwonen?

1 november 2014

Regelmatig woon ik televisie-opnamen bij. Zo was ik in de afgelopen periode bij De Wereld Draait Door, Pauw, Kassa en Kanniewaarzijn.
Toegegeven: ik ben ijdel, ik sta graag op de voorgrond, maar tijdens het bijwonen van televisieprogramma’s heb ik dat niet. Het gaat mij om de sfeer tijdens zo’n opname, een kijkje in de keuken, zien wat er allemaal achter de schermen gebeurt.

Voor het merendeel van het publiek ligt dat anders.
Meestal word je gevraagd zo’n uurtje van tevoren aanwezig te willen zijn. Je wordt dan opgevangen in een ruimte naast de studio, voorzien van een hapje en drankje en ‘opgewarmd’ voor de op handen zijnde uitzending. Een kwartiertje voor het begin van het programma, geeft de ‘publieksopwarmer’ dan het sein, dat we naar de studio kunnen. Echt dringen willen ze niet, maar zo onopvallend mogelijk, maar zeer nadrukkelijk, probeert het publiek dan als eerste naar binnen te kunnen. Ze willen beslist niet hard lopen, stel je voor, maar ze zetten er wel stevig de pas in. Licht duw- en trekwerk is niet uitgesloten.
Ervaren bezoekers weten precies welke plaatsen ze moeten innemen om zoveel mogelijk in beeld te komen. De stoelen achter de presentator zijn als eerste bezet. Gejaagd en om zich heen kijkend waar de camera’s staan zoeken de mensen de beste plaatsen uit. De snelsten houden stoelen bezet voor de minder goed ter been zijnde andere leden van hun gezelschap. Vlug wordt er nog van plaats gewisseld om een nog beter plekje te bemachtigen. De opnameleider -gewend aan dit soort taferelen- bekijkt het glimlachend.*)

Ik ook. Bij het eerdere seintje, dat we naar de studio konden gaan, maak ik geen enkele haast, manoeuvreer me naar achteraan de rij en kom dan ook als laatste de studio binnen. Een achterafplekje is het enige dat nog vrij is. Prima. Het al lang en breed zittende publiek kijkt een beetje meewarig naar die grijze, bebaarde kerel. ‘Ach’, zie ik ze denken, ‘zeker de eerste keer, dat-ie zo’n opname  bijwoont. Die moet nog veel leren.’

*) Soms gaat het anders: de hele groep moet dan wachten bij de deur van de studio en de opnameleider zet iedereen stuk voor stuk op een door hem bepaalde plaats. Ze laten het natuurlijk niet merken, die vooraan-dringers, maar balen vreselijk als ze buiten beeld worden neergezet. Achter de rug van de opnameleider om proberen ze dan nog stiekem met anderen van plaats te wisselen.

Tsja, en dan kan het toch nog voorkomen, dat ik -ondanks mijn zorgvuldige keuze- toch nog in beeld verschijn…

Kassa – 6 september 2014

Kanniewaarzijn – 10 oktober 2014

Treurige wilgen

9 november 2014

Ik heb niet zo gek veel met mijn tuin, maar mijn twee wilgen -achterin langs het water- tsja, dat is een ander verhaal.

Veertig jaar geleden geplant.
‘Hier heb je een paar takken’, zei de tuinman destijds. ‘Graaf maar gaten van zo’n vijfenzeventig centimeter diep en zet daar die takken in. Zul je zien wat een bomen dat worden.’ En dat werden ze. Mijn kinderen hebben er in geklommen en later mijn kleinkinderen.

De trots van mijn tuin werden ze en niet alleen van mij: ook menige dorpsgenoot genoot mee van die twee schitterende bomen. Door ‘omstandigheden’ moesten ze gekandelaberd worden. Vier man zijn een volle dag bezig geweest die klus te klaren. ‘Doodzonde’, zeiden ze, ‘maar het komt wel weer goed hoor.’

Ze zullen wel gelijk hebben, maar ik moest wel even slikken toen ze klaar waren. Ach gut, mijn jeugdsentimentele goede-herinneringswilgen…

Kleinkinderklaas 2014

3 december 2014

Hoe groot of hoe klein ze ook zijn, hoe gelovig of ongelovig ook: Sinterklaas blijft een feest, zeker als de Goedheiligman zelf even langs komt, vergezeld van -het kan nog net in 2014- drie roetzwarte Pieten…

Kerst 2014

8 december 2014

Nieuws uit Assen

31 december 2014

Mysterie in componistenbuurt

ASSEN – 31 december
(van een onzer verslaggevers)

Bewoners van de Mendelssohnlaan in Assen werden op Oudejaarssdag opgeschrikt door een als burger geklede kerstman (?), die zich per fiets door de wijk verplaatste. Onder het slaken van Ho, ho, ho kreten en luid geklingel met een bel reed deze tot nu toe onbekende man diverse rondjes en verdween daarna naar een onbekende bestemming.
Navraag bij buurtbewoners leverde niets op. Wel had men een in de wijk onbekend voertuig gesignaleerd, met als enige aanwijzing een mysterieus bord achterop met de tekst ‘Frits on the move’. Of er enig verband is tussen de rustverstorende fietser en dit voertuig is nog onduidelijk.
Tegelijkertijd met dit voorval werden in een partytent op het plein gratis oliebollen voor de buurtbewoners gebakken. De beide organisatoren van dit evenement, die niet met hun naam in de krant genoemd wilden worden, maar die in de wijk bekend staan als de twee J’s, wilden niet op de zaak ingaan.
Een woordvoerder van de politie verklaarde desgevraagd niet tot actie te zullen overgaan, zolang er geen aanklacht tegen deze ordeverstoorder is ingediend.

Soms zit het mee…

5 januari 2015

Ik ben er zo langzamerhand aan gewend, dat reparaties aan m’n bussie vaak duurder uitvallen dan ik verwacht. Denk ik bij de garage met een simpel klusje klaar te zijn, is het altijd erger en valt de rekening hoger uit. Ligt niet aan de garage, hoort gewoon bij mij en m’n bussie. Ik raak eraan gewend.

Ben ik met pech-onderweg door de Wegenwacht geholpen, krijg ik een rapportje mee. ‘Ga hier maar mee naar je eigen garage, dan weten ze wat er aan de hand is’, zegt de wegenwachter. Dat gaat me dus weer een lieve duit kosten, doem-denk ik al van tevoren. Maar kijk, deze keer is de reparatie simpel: er moet een carterontluchtingsslang vervangen worden.
Ach ja, soms zit het mee.

Tijdens mijn Mahnreise heb ik problemen met het uitstapje van m’n bussie. Op de terugweg naar huis rijd ik onaangekondigd langs bij Buscamper Nederland. Geen probleem, dat ik zonder afspraak daar aankom. M’n bussie gaat op de brug, de omnistep wordt open gemaakt, de monteur geeft een paar flinke tikken op het elektromotortje en het probleem is opgelost. ‘Komt vaker voor’, wordt me uitgelegd, ‘maar hij doet het weer en een goede reis verder.’

Hij doet het weer? Nou, na anderhalve week zit dat uitstapje weer muurvast. ‘Tsja, Frits, dat is pech’, krijg ik te horen. ‘Vaak helpen een paar van die tikken, maar nu is er meer aan de hand. Het beste kun je die hele omnistep vervangen, anders sta je over een poosje weer hier. Ik ga hem voor je bestellen en zullen we dan meteen een afspraak maken dat je weer hierheen komt?’
Ach ja, soms zit het tegen.

Camperplek

6 januari 2015

Al een paar jaar geparkeerd op de oprit naast mijn huis, staat m’n bussie daar sinds kort op een ‘officiele’ camperplek.

Verrassing

22 februari 2015

Ik krijg de kleinkinderen Nina en Mara een weekeinde te logeren en maak plannen iets leuks met ze te ondernemen. De Splashtours in Rotterdam lijkt me een leuke zondagmiddagverrassing, aangevuld met een tochtje met de pannenkoekenboot (met ballenbak…). Ze weten van niks als ze zaterdags bij mij thuis worden ‘afgeleverd’. Hun papa heeft alleen verteld ‘dat opa Frits op zondag een verrassing heeft.’

We pikken kleinkinderen Karlijn en Jurgen op en als we zondagmiddag met z’n vijven bij de Parkkade in Rotterdam parkeren, staat de grote, gele bus van de Splashtours al te wachten. Ik leg uit, dat we met die bus eerst een stukje gaan rijden en dan -spannend, spannend!- het water inrijden en gaan varen.

Als de bus inderdaad met een grote plons het water van de Maas is ingedoken en we enige tijd op de rivier dobberen, mogen de aanwezige kinderen in de amfibiebus naar voren komen om bij de chauffeur door de voorruit naar buiten te kijken. Dat willen Nina en Mara wel. ‘Leuk hè?’, zeg ik, ‘waren we eerst een bus en nu varen we gewoon door het water!’.
Mara draait haar hoofd naar me toe.
‘Ja leuk’, zegt ze, ‘maar… eh… wanneer gaan we nou naar die verrassing?’
Gelukkig heb ik de pannenkoekenboot nog achter de hand…

Jinglebells?

16 maart 2015

Ben ik op het garagepad bij m’n bussie bezig met de laatste voorbereidingen voor mijn trip naar Denemarken, komt de juf met haar klasje voorbij op weg naar de gymnastiekzaal. Zien die kinderen mij bezig, zeggen ze vriendelijk gedag en beginnen daarna Jinglebells te zingen.
Jinglebells?
Het is 16 maart.
Hoe komen ze daar nou weer bij?

Trotse opa

23 mei 2015

Kijk, dat maakt zo’n dagje Amsterdam nog leuker dan het al is.
Kleindochter Karlijn wint brons bij de districtswedstrijd turnen!
Heb ik niet voor niks bijna vier uur op een betonnen ‘bankje’ gezeten
(en weer dat kussentje vergeten…).

Waterpeil

20 juni 2015

Al jaren ‘vind’ ik onderweg alle mogelijke grote en kleine bordjes. In mijn schuur en garage hangt inmiddels een aardige verzameling van die gevonden voorwerpen.

Als een kennis haar huis opruimt en aan mij denkt, komt daar weer een exemplaar bij. Dik veertig jaar woon ik nu alweer in mijn huis, maar nog nooit kon ik de waterstanden opnemen in mijn garage. Het werd tijd daar verandering in te brengen…

Gedeelde vreugd?

5 juli 2015

Als ik met m’n volle boodschappenkar langs het gemeentehuis loop, komt er op dat moment een bruidspaar naar buiten. Tussen twee rijen bloemen strooiende gasten in dalen zij de trap af. Voorbijgangers blijven even staan: de vrouwen kijken vertederd naar dit schouwspel, de mannen trekken een neutraal gezicht.
Het ziet er -ik moet het toegeven- sprookjesachtig uit: een stralend bruidspaar, beschenen door een al even stralend zonnetje.

Ook de gemeente zelf heeft een duit in het gelukszakje gedaan en de vlag gehesen.
Jammer wel, dat die vlag half stok hangt…

Bussiefeest

17 augustus 2015

Kom ik er achter, dat dat bussie van me op 13 augustus 2015 precies tien jaar oud is.
Alle reden (…) om mijn familie en verdere lot- en landgenoten uit te nodigen ‘haar’ verjaardag te komen vieren!

Negen-tien

19 februari 2016

Negentien februari 2007.
Op de kop af vandaag negen jaar geleden.
Het zal altijd wel een bijzondere dag blijven.
En zo hoort het ook.

Schrikkelovernachting

29 februari 2016

Op schrikkel-maandagmorgen heb ik vier afspraken in het oogziekenhuis in Rotterdam. De eerste is al om acht uur ’s morgens. Acht uur? Hoe vroeg moet ik dan wel niet van huis om op tijd in Rotterdam te zijn? En hoe druk is de ochtendspits?

Ik trek mijn plan, want ik heb toch een bussie?
Dus rijd ik zondagavond laat naar Rotterdam, zet dat bussie-van-me in een hoekje van de parkeerplaats, blindeer de raampjes, schiet in mijn pyjama en kruip onder het warme dekbed.
De volgende morgen meld ik me ontspannen keurig op tijd aan de balie van het ziekenhuis. Het heeft wel wat, zo’n nachtje slapen in de stad…

Bossche bolleboos

15 maart 2016

Wat een fantastische tentoonstelling over Hieronymus Bosch in het Noordbrabants Museum!
En wat een hoog gehalte aan grijsduivige bezoekers (inclusief de man op de foto hieronder).
En wat veel rollators. En wandelstokken. En rolstoelen. Gepensioneerd Nederland is een dagje uit…

Handgevouwen!

16 maart 2016

In gedachten zie ik de denktank van de afdeling marketing bij AH al rond de vergadertafel zitten. ‘Wat kunnen we nu nog bedenken om onze traditionele paasstol meer aan de man te brengen?’, moet een van hen gezegd hebben. Zijn hersenhozende collega was er snel uit: ‘In de eerste plaats moeten we het geen paasstol meer noemen, maar feesstol. Kunnen we zo’n krentenmik het hele jaar door verkopen. En we zetten op de verpakking dat-ie met de hand gevouwen is. Komt lekker ambachtelijk over voor zo’n fabrieksbrood.’
Een handgevouwen paasstol?
Het moet niet gekker worden…

Exit bussie?

6 april 2017

Oeps! Dat valt tegen. Er zijn technisch nogal wat mankementen vastgesteld bij dat bussie van me. Een uitgebreide campercheck brengt aan het licht dat mijn huis-op-wielen niet eens door de APK heen komt. ‘Tsja, wat zal ik zeggen Frits’, zei de keurmeester toen we samen de onderkant van m’n bussie op de brug bekeken, ‘zo te zien heb je een eh… wat aparte rijstijl. Afwijkend in ieder geval van de gemiddelde camperaar.’ Ik kon niet anders dan dat beamen, maar het betekent wel een (meer dan) forse reparatieklus van drie garagedagen om weer veilig de weg op te mogen.

Die klus is inmiddels geklaard.
M’n bussie is dus weer tiptop in orde.
Stevige aanslag op mijn portemonnee.
En nu? Blijven rijden in die bus?
Of -na elf jaar- afscheid nemen van mijn lovely green lady en op zoek naar een nieuwe?

(more or less) Translate »