Rote Rosen

Ik sta met nog twee andere campers op de grote Wohnmobilplatz bij de Warsteiner Brouwerij. Prima camperplekken: goed onderhouden, een sanitairgebouwtje met toiletten en douches zonder muntjes, een sanizuil en stroomaansluitingen op iedere plek.

Ik meld me in de grote hal van de brouwerij, betaal mijn Є 15 overnachtingsgeld, regel voor de volgende dag een plaatsje bij de rondleiding en besluit meteen maar een hapje te eten.

Het is gezellig druk in de hal en ik neem met mijn Sauerländischer Eintopf en mijn Bratwurst mit Brot und Senf plaats aan een van de lange houten tafels. Als ik me nog zit te verbazen over de vier, vijf volle bierpullen die mijn omringende gasten in één hand van de bar naar hun tafel brengen, als ik langzamerhand gewend raak aan de snelheid waarmee die Warsteiner pullen worden weggewerkt, begint er een orkest te spelen. Ik had ze al rond zien lopen, die mannen in groene jagerkostuums, en bij de eerste tonen wordt het me duidelijk hier met een echte Holzhacker-Buben-Blasekapelle van doen te hebben.
De vrolijke hoempa-tonen missen hun uitwerking niet: het wordt drukker aan de bar en de inname van gerstenat gaat gestaag omhoog. Ook de snelheid waarmee ik mijn Eintopf naar binnen werk gaat per hoempa omhoog. Twee vrouwen uit het publiek komen naar voren, krijgen een microfoon en zingen uit volle borst met de blaaskapel mee. Ik heb de kom Eintopf leeg. Als ik hem opzij schuif, begint het publiek mee te zingen. Een lied met veel Heimat erin. Ik begin snel aan mijn Bratwurst. Als ik de laatste, grote hap worst in mijn mond stop, zet de blaaskapel Rote Rosen in. De tafels om me heen brullen het nu uit. Armen worden ingehaakt en ik zie licht deinende bewegingen ontstaan. Ik grabbel naar mijn pet, zet die op en verlaat, de laatste hap worst nog wegkauwend, het pand. Eintopf en Bratwurst eten, dat stukje Duitse cultuur neem ik graag tot me. Maar een hal vol deinende Rote Rosen

Zuinig of gierig?

Hij staat nota bene met zijn gehuurde camper naast de sanizuil, waar je -tegen betaling van een euro- honderd liter drinkwater kunt tappen. Ik zie hem al een paar keer met een grote tuingieter heen en weer lopen naar het sanitairgebouw om daar onder de kraan van de wasbak die gieter te vullen.
‘Heb je geen slang?’, vraag ik hem, ‘anders kun je de mijne wel gebruiken.’
‘Natuurlijk heb ik een slang. Maar ik ben Hollander, hè, dus waarom zou ik voor drinkwater betalen als ik het twintig meter verderop gratis kan tappen?’

Nostalgisch douchen

‘Handig voor in m’n bussie.’
Hoe vaak heb ik dat in het verleden niet gedacht als ik bij eerdere (hotel)reizen weer iets in mijn koffer stopte.

Niet alleen handig, maar ook leuk voor nostalgische herinneringen als ik op de camping mijn tasje vul om te gaan douchen: tandpasta, tandenborstel, handdoek, washand en eh… shampoo.

‘Ach gut, kijk nou. Da’s nog shampoo uit Rome.’ 1)
‘En hier. Komen die zakjes niet uit Kiev?’
‘Conditioner? Was dat niet in New York?’ 2)

En terwijl ik mijn haren was, komen de herinneringen aan die reisjes weer boven. Goed begin van de dag toch?

1) (her)lees: Rome 2011

2) (her)lees: New York 2014

Das einzig Wahre

Ik heb toch al aardig wat distilleerderijen en brouwerijen bezocht in mijn leven. Ik heb al aardig wat rondleidingen meegemaakt. Maar wat ze er bij de Warsteiner Brauerei van maken: petje af. Indrukwekkend.

Een filmpresentatie in een 360 graden draaiende carrousel, gevolgd door een uitgebreide rondleiding van dik drie kwartier over het terrein en de fabriek. Omdat het allemaal zo uitgestrekt is, stapt het hele gezelschap in een comfortabel, elektrisch treintje, dat niet alleen over het buitenterrein rijdt, maar ook de verschillende productiehallen doorkruist. En alles tot in de puntjes verzorgd. Duits Perfektionismus ten top.
Zoals gezegd: Hüte ab (zal wel geen goed Duits zijn).

Heimweh

‘En waar komt u vandaan?’
‘Uit Dresden. We zijn met onze groep een weekje met vakantie hier. Maar wat is het allemaal duur geworden in vergelijking met vroeger!’
‘Vroeger?’
‘Ja, in de DDR-tijd. Voor het geld dat ik nu voor een week uitgeef, kon ik vroeger veertien dagen op vakantie. Ach ja, die goeie oude DDR…’

Fotografieren verboten?

Voor we de Dechenhöhle in Iserlohn betreden, wijst de gids ons erop, dat het niet is toegestaan foto’s te maken tijdens de rondleiding in de druipsteengrot.
‘Ook niet zonder flits?’, vraag ik.
‘Nein, auch nicht ohne Blitz.’
‘Waarom niet?’, vraag ik door.
‘Dat moet u straks na de rondleiding aan mijn chef vragen. En zullen we dan nu naar binnen gaan?’

‘Dag chef. Kunt u me uitleggen waarom er in de grot geen foto’s gemaakt mogen worden?’
‘Tot voor een paar jaar was dat toegestaan’, begint hij, ‘maar tegenwoordig is dat inderdaad verboden. Dat komt doordat fotograferende mensen de groep ophouden. Ze blijven na de uitleg van de gids vaak even achter om een mooi plaatje te schieten. En met het tegenwoordige digitaal fotograferen is dat alleen maar erger geworden. Ze nemen een foto, kijken of de opname naar hun zin is en als ze niet tevreden zijn, nemen ze nog een foto. Of twee. Of drie. De gids en de groep stonden steeds vaker en langer te wachten tot de fotografen klaar waren. Andere mensen ergerden zich daar aan, kinderen begonnen zich te vervelen en liepen soms verder de grot in. Dus toen hebben we besloten het fotograferen helemaal te verbieden. Begrijpt u?’
‘Ik snap het. Dank u wel voor uw uitleg. Tschüss!’

Torsten, Rüdiger und Martin

Wat een verschil met de Wohnmobilplatz bij de Warsteiner Brauerei waar ik eerder deze week praktisch alleen overnachtte. Maar ja, het is weekeinde en dan stromen de campings vol, zeker als het een beetje aardig weer is.
Als ik kom aanrijden bij het mij aangewezen veld op camping Hohensyburg staat het al aardig vol, maar ik zie nog een mooi plaatsje in de schaduw onder een boom. Achteruit (dat moet van de campingbeheerder) prik ik m’n bussie op die plek. ‘Prima Stelle‘, denk ik als ik een kop koffie maak, ‘wie doet me wat?’
Niemand doet me wat, maar die nacht wordt ik regelmatig onvrijwillig wakker. Het is gaan waaien en vanuit die mooie schaduwboom tikken de vruchten en takjes met venijnige knalletjes op mijn dak. Daarom was dat plekje nog vrij toen ik hier aankwam…

Recht tegenover me staan drie zelfgebouwde kampeerwagens.
Het hele gezelschap zit gezellig rond de kampeertafel, waar meer dan regelmatig de nodige flesjes bier op worden gezet. Als ik mijn stoel buiten in het zonnetje zet en met een kop koffie en een tijdschrift ga zitten, komt op dat moment Rüdiger voorbij.
‘Pak je stoel*) toch op, Fritz en kom gezellig bij ons zitten. Ik moet nog even een pipi doen en dan ben ik weer terug. Ga maar vast naar de overkant.’
Het blijken nette Leute te zijn, die overburen van me.
Rüdiger is hier alleen en heeft zijn vrouw thuis gelaten, net als Martin, die voor het eerst uitprobeert hoe kamperen is en daarom zijn Prinzessin nog niet heeft meegenomen (…). Torsten is er wel met zijn vrouw, maar die gaat tegen de avond naar huis (samen met hun dove hond), omdat ze het te koud vindt.
Ze verbazen zich er over, dat ik geen bier drink, pakken zelf met grote regelmaat een Kronberger uit de onuitputtelijke voorraad en zijn zo aardig voor Fritz, der Flitzpiepe *) een potje koffie te zetten.

Tegen de avond trekken we met de hele groep de heuvel op, waar we in die Kneipe naast de receptie een hapje eten (en gestaag doordrinken). Ach, zo heeft een bomvolle camping ook zijn voordelen. Het hoeft niet altijd zo te gaan, maar leuk voor een middagje. En… het zou ook nog een staartje krijgen…

**) Nord- & Mitteldeutsch: Mensch, der nicht ernst genommen wird

Het staartje…

Onderwerp Camping Stuhl
Afzender Martin Lingenhöl
Ontvanger <frits@mahn.tv>
Datum 04-05-2014  13:41

Hallo Frits,
Ich hoffe du hast nach der Hohesyburg einen schönen Platz zum übernachten gefunden. Dort wird dir vermutlich aufgefallen sein, dass du auf dem Boden sitzen musst. Denn dein Stuhl hast du bei uns vergessen. Ruf doch den Rüdiger an, damit ihr vereinbaren könnt wie oder ob du deinen Stuhl wiederbekommst.
Telefonummer vom Rüdiger ist: 0173/6481738
Ein herzliches Glückauf aus dem Ruhrgebiet sendet,

Torsten, Rüdiger und Martin

Prijzig kampeerstoeltje?

Wat een gelukkie: Rüdiger en Torsten (van de vergeten kampeerstoel) gaan morgen naar Obelink Kampeercentrum in Winterswijk. Als ik nou ook daarheen kom, können wir einander treffen en heb ik mijn stoel terug. Hoef ik tenminste niet helemaal naar Dortmund. Scheelt weer.

Scheelt weer?
Op en neer naar Winterswijk is dik vierhonderd kilometer.
Laten we zeggen, dat dat bussie van me 1 op 10 rijdt.
Dat is dus veertig liter brandstof.
Voor een liter diesel betaal ik Є 1,50.
Dat ritje kost me dus Є 60,–
Maar ja, daar heb ik dan wel mijn vijf jaar oude stoel voor terug.

Maar eh… wat kost een nieuwe, identieke kampeerstoel eigenlijk?
Op de website van Obelink staat-ie geprijsd voor Є 59,95. Dus voor vijf cent minder…
Nou ja, wat scheelt het?
En als ik dan ook -net over de Duitse grens- nog even voor Є 1,35 per liter goedkoop tank… Pure winst! En ik zie Rüdiger en Torsten weer. Ook leuk.

(more or less) Translate »