Typisch Frankrijk #1

Als je wil opschieten op weg naar Zuid Frankrijk, dan pak je de Route du Soleil. Met de cruise control op 110, de radio op de ‘snelwegzender’ 107.7 en een dikke sigaar tussen mijn vingers vliegen de kilometers onder m’n bussie door. Relaxed.

Plotseling wordt mijn aandacht getrokken door een meer dan manshoog oplichtend matrixbord langs de weg: 13 PT ZK trop près!
Hè bah. Mag je in Frankrijk ook al niet bumperkleven? Flauw.

Typisch Frankrijk #2

Iedere twee uur stop ik braaf voor een cafeïne/urine/nicotinepauze op een van de vele aires de repos langs de snelweg.
Als ik de aankondiging zie voor de Aire des Croquettes over tweeduizend meter, besluit ik daar af te slaan. Ik heb wel trek in een vette hap. Mooi niet dus: prullenbakken en picknicktafels volop, maar nergens een walmend frietkot.

 

Typisch Frans me zo te misleiden, mopper ik inwendig, als ik bij de koffie dan maar een meergranen biscuit wegknabbel.

Oer-Hollands

Camping La Petite Valette staat in de ANWB-gids Campings Onderweg omschreven als een landelijke camping bij een voormalige boerderij met vlakke standplaatsen op gras, gescheiden door struiken en hagen. Activiteiten worden georganiseerd, vooral voor de kleintjes. Veel Nederlandse gezinnen.
Veel Nederlandse gezinnen? Dat zal toch wel meevallen?
Maar als ik me in het kantoortje van de receptie tussen het druk Hollands brabbelend kleutergrut door moet wringen naar de balie, word ik vriendelijk te woord gestaan door de Brabantse eigenaresse. ‘Nee, mijnheer’, is haar antwoord op mijn vraag of er ook nog Franse kampeerders aanwezig zijn, ‘op deze camping staan alleen maar Nederlanders.’

Ik sta nog maar amper op mijn plekje of buurman-van-schuin-aan-de-overkant slentert mijn kant al op voor een babbeltje ‘Ja, prima camping hier hoor. Ideaal om even een dag of twee een tussenstop te maken. Dat doen de meesten hier. Allemaal Hollanders ja. En leuk voor de kinderen natuurlijk, met een speeltuintje en een zwembadje. En lekker makkelijk voor ons ook hoor, zo’n Hollandse echtpaar dat het hier runt. Kun je tenminste je eigen taal spreken, want dat Frans, nou ja. Nee, we stoppen hier elk jaar. Bevalt ons prima en je weet wat je hebt, nietwaar? Trouwens, ik heb m’n krantje uit. Kan ik je blij maken met mijn Telegraafje?’

Heb ik dat?
Heb ik daar een dikke achthonderd kilometer voor gereden om diep in Frankrijk bij een Hollandse kolonie terecht te komen? Nou ja, het is maar voor één nachtje.

What’s in the name?

Dochter Saskia heeft op ‘haar’ camping al keurig een plekje voor me geregeld. Als ik me bij de receptie meld en mijn identiteitskaart overhandig, kan de man mijn reservering met geen mogelijkheid vinden in zijn computersysteem: ‘Mahn? Mahn? Je ne comprend pas...’

In een helder moment bedenkt hij, dat dochterlief hem verteld heeft dat haar vader op visite komt en dat zij in het systeem geregistreerd staat onder de naam Van den Berg. En dan is het ‘probleem’ snel opgelost. Kijk, wijst hij, daar staat mijn reservering, op naam van: monsieur et madame Papa Van den Berg. Ik laat het maar zo. Vind het eigenlijk wel grappig.

Montpellier

Typisch Frankrijk #3

Kijk, en zo zijn die Fransen dan weer wel.
Want waar in Nederland vind je een Baardenstraat?
Ik voel me meteen thuis.

 

 

 

Le Cap d’Agde

Ferry lucky?

Komend vanuit Zuid-Frankrijk zijn er maar liefst twaalf mogelijkheden om met de veerboot naar Engeland te komen. Van zuid naar noord zijn dat Roscoff, St. Malo, Cherbourg, Caen, Le Havre, Dieppe, Calais en Dunkerque. Ondanks waarschuwingen van diverse thuisfronten, dat ik in het hoogseizoen zeker zo’n overtocht moet reserveren, vertrek ik op de bonnefooi bij dochter Saskia op weg naar de Kanaalkust. Reserveren? Dat past niet echt bij het vrijheid-blijheid rondtrekken met m’n bussie. Ik zie wel. Op één van die twaalf ferries zal toch nog wel een plekje vrij zijn? Ik ga er voor het gemak maar van uit, dat het geluk me niet in de steek zal laten.

Om twee uur meld ik me bij de balie van Britanny Ferries in de eerste de beste, meest zuidelijke stad Roscoff, met de mededeling dat ik met m’n bussie wil overvaren naar Plymouth. Of ik haast heb en er bezwaar tegen heb ’s nachts te varen, vraagt de vriendelijke medewerkster. De veerboot van morgenmiddag is namelijk volgeboekt, maar op de nachtboot zijn nog drie plekken beschikbaar… ‘Zie je wel?’, denk ik met een Guus-Geluk-gevoel, ‘bij de allereerste poging naar Engeland te varen is het al raak!’

Ik boek, betaal en parkeer m’n bussie maar alvast helemaal vooraan in de eerste lane naar de ferry. Het is half drie in de middag. De afvaart is om elf uur vanavond, het boarden begint om acht uur. Nou ja: ik ben in ieder geval ruim op tijd.
Ik zet mijn koelkast op gas, maak een kop koffie (leve mijn nieuwe zonnepaneel en de omvormer!) en stap daarna op mijn fietsje om op mijn gemak Roscoff te bekijken.
Vannacht lekker aan boord slapen, douchen in m’n cabin, een stevig English breakfast en dan om half zeven Engeland in. Wie doet me wat?

Roscoff

Wie doet me wat? Lekker aan boord slapen?
In dat smalle kabouterbedje zeker. Zo smal, dat ik er alleen maar languit in kan liggen. Als ik mijn benen optrek, stoot ik tegen de wand, als ik me omdraai, val ik zowat van dat matrasje, dat zo dun is, dat ik de bodem er doorheen kan voelen. Maar ja, wat kun je ook verwachten voor een overtocht waarvoor ik ruim vierhonderd euro heb neergeteld?

Ik heb mijn wekker gezet, want ik wil op mijn gemak uitgebreid kunnen ontbijten. Die wekker is niet nodig. Ruim voor de tijd ben ik die nacht voor de zoveelste keer wakker. Ik sta op en ga uitgebreid onder de piepkleine douche staan. Van nijd gebruik ik alle shampoo, doucheschuim en zeepjes.
Als een van de eersten sta ik even na zessen in de ontbijtzaal. Niks lekker opscheppen van het buffet, niks lekker een eigen bordje vullen, maar bij de counter een English breakfast bestellen, waarna de ‘kok’ een bord vult met een schep scrambled eggs, een kwak witte bonen in tomatensaus, drie stukjes bacon, een plat aardappelkroketje, twee worstjes en een halve geroosterde boterham. Niks mis mee, ware het niet, dat de scrambled eggs een klont compact eimengsel is en dat alles lauwwarm, om niet te zeggen bijna koud is.

Teleurgesteld en knorrig door het slaaptekort zit ik om half zeven op dek 5A in m’n bussie en sta een half uurtje later bij de paspoortcontrole. De bekende vragen: waar ik vandaan kom (Frankrijk toch?) en waar ik naar toe ga (wat dacht u van Engeland?). Ach de douanier kan het ook niet helpen, dat ik sikkeneurig ben van dat lousy bed en dat belabberde ontbijt. Hij geeft in ieder geval geen krimp: ‘Have a nice time in our country’, zegt-ie als hij mijn paspoort terug geeft, ‘and spend a lot of money. We can use it…’

Andy en Ulenah

Als ik me meld aan de balie van het Chestnut Meadow Camping & Caravan Park in Bexhill on Sea met de mededeling dat ik vier overnachtingen wil, trekt eigenaresse Ulenah een bedenkelijk gezicht.
‘We are fully booked, darling’, zegt ze. ‘Ik zou je graag willen helpen, maar er is werkelijk geen plekje meer vrij de komende dagen. Het is hoogseizoen, weet je? Maar ik zal je wat adressen geven van campings hier in de buurt, sweety. Misschien heb je daar meer succes.’
Ik bedank haar vriendelijk voor het aanbod en leg haar uit, dat ik niet zomaar bij haar camping ben terecht gekomen. ‘Mijn zoon, zijn vrouw en mijn twee kleinkinderen hebben bij jullie gereserveerd en komen hier overmorgen aan’, begin ik. ‘Ik was vorige week bij mijn dochter in de buurt van Montpellier. Die houdt daar vakantie en ik ben daar even aangewipt voor a cup of tea. Vanmorgen ben ik met de ferry in Plymouth aangekomen en nu ben ik hier om mijn zoon op te zoeken en a pint of beer met hem te drinken. En daarna ga ik weer naar huis. Maar ja (ik dik het wat aan), als ik hier niet terecht kan, gaat mijn plannetje niet door. Ze zullen teleurgesteld zijn (ik dik het nog meer aan), maar dan zie ik wel waar ik vannacht slaap en ga ik morgen gewoon maar terug naar Holland. Jammer hoor (kan het nog dikker?), maar het is niet anders, begrijp ik.’
‘En je zoon weet niet dat je hem hier komt opzoeken, love?’, helpt Ulenah me ongewild.
Ik grijp de mij geboden kans met beide handen aan. ‘Nee’, lieg ik en trek er mijn zieligste gezicht bij, ‘ik wilde hem verrassen, maar ja…’
Ulenah smelt. ‘Weet je wat, darling, ik vind het zo lief van je. Dat je dat doet, bedoel ik. Je kinderen opzoeken tijdens hun vakantie. En daar so many miles voor rijden. En dan vandaag helemaal uit Plymouth naar hier gekomen? Je zult wel moe zijn. Ik ga kijken wat ik voor je kan doen. Of ik wat kan schuiven met plekjes. Dat moet ik even overleggen met Andy, mijn man, dat snap je. Ga even lekker buiten in het zonnetje zitten en geef me tien minuten. Ik doe mijn best, sweety, maar kan niks beloven. Keep your fingers crossed!’
Met gevoel voor theater (…) slof ik naar buiten en ga met hangende schouders ‘uitgeput’ op het treeplankje van m’n bussie zitten, wetend dat Ulenah me vanuit haar kantoor kan zien.

Binnen tien minuten komt ze naar buiten met een plattegrond van de camping.
‘Ik heb wat kunnen schuiven en als je er geen bezwaar tegen hebt twee keer te verhuizen, kan ik je helpen.’ ‘Kijk’, vervolgt ze, op de plattegrond aanwijzend, ‘vandaag en morgen kun je op het plekje van je zoon staan, dat is hier bij nummer 31. Maar donderdag komt je zoon zelf en moet je daar weg en naar plekje 29. Daar kun je dan één nacht staan en voor je laatste overnachting moet je naar plek 49. Wat vind je ervan, darling?’
Wat darling er van vindt? Darling is dik tevreden. Darling ziet er absoluut niet tegenop twee keer te verhuizen. Dat stelt immers niks voor met dat bussie van me? Ik bedank Ulenah vriendelijk. Ik zou haar willen kussen, maar bedenk me op tijd, dat zoiets niet erg British is.

Als ik heb betaald en de formaliteiten zijn geregeld, fietst Andy voor me uit en brengt me naar nummer 31. Prima plek en zeer ruim bemeten. Groot genoeg lijkt me voor twee campers. Maar dat zie ik overmorgen wel. Eerst maar koffie en genieten van een plaatsje op een volgeboekte camping in het hoogseizoen.

Een vraagje…

Op het mededelingenbord kijkt David Bellamy vanaf een grote poster me vriendelijk aan: ‘Dit park heeft bewezen een goede vriend van het milieu te zijn’, zegt hij.
Klopt. Naast vele andere zaken die het milieu ten goede komen, heeft deze camping onder andere recycled plastic bottles for toilet doors and vanity units. Bravo!
Maar ik weet niet goed wat ik aanmoet met Bellamy’s vraag: ‘Lever jij ook je bijdrage?’ Eh… mag ik daar even over nadenken in mijn duizenden kilometers uitlaatgassen producerend dieselbussie uit 2005?

Hastings

1066

Wie heeft het vroeger niet op school geleerd, tenminste, in de tijd dat we nog rijtjes jaartallen in ons hoofd moesten stampen: 1066 – de Slag bij Hastings, gewonnen door het Engelse leger onder aanvoering van Willem de Veroveraar.
Een paar jaar later liet diezelfde Willem nabij Hastings een abdij bouwen als dank voor zijn overwinning en als monument voor de duizenden soldaten die hier op het slagveld hun leven lieten.
Restanten van die abdij zijn tegenwoordig nog te bezichtigen, evenals het klooster en je kunt een battlefield walk maken, een wandeling van een krappe drie kwartier over het historische slagveld. Gek als ik ben op alles wat met geschiedenis te maken heeft en met eigen zintuigen historische plekken te beleven, spreekt met name die wandeling me erg aan.

Nou, ik heb het gezien of moet ik zeggen: ik heb het niet gezien? Mooie paadjes hoor, daar niet van en hier en daar ook borden met uitleg, maar verder was er niks. Ach, de wandeling was fraai, het landschap mooi, maar het gevoel dat ik op historische grond liep, bleef uit. Ik ben er geweest, laten we het daar maar op houden.

1066 Battle of Hastings: Abbey and Battlefield

Soms…

Soms heb ik behoefte aan een camping met alles erop en eraan: schone toiletten, ruime douches, een camper service punt, een wasmachine, medekampeerders voor een praatje.

Soms heb ik die behoefte niet. Wil ik even helemaal op mezelf zijn.
Een uitgestrekt, ongemaaid weiland. Twee palen met een drinkwaterkraan.
Wat heerlijk achteraf, dat alle megacampings in deze streek waren volgeboekt en ik nergens terecht kon. Wat een geluk, dat ik het bordje zag staan dat verwees naar de River Brede Farm Camp Site in Winchelsea Beach. Genieten! Ik blijf er twee nachten.

Rye

Sexpolitie?

Ok, Groot Brittannië is heel wat puriteinser dan ons liberale, ruim denkende Nederland, maar om daar nou een speciaal politiebureau voor op te richten. Verstopt achter wat struiken weliswaar, maar toch…

Capel-le-Ferne: The Battle of Britain Memorial

35 minuten

Als je echt snel en gerieflijk de oversteek wil maken van Engeland naar Frankrijk (of vice versa), pak dan The Chunnel. Deze oversteek, of zoals de Fransen zeggen Tunnel sous la Manche, is een spoorwegverbinding tussen het Engelse Folkstone en Calais in Frankrijk.
Een snelle verbinding inderdaad, want in exact vijfendertig minuten ben ik aan de overkant. Met boarden mee duurt de overtocht nog geen uurtje. Als je van tevoren boekt tenminste. Als ik me op de bonnefooi om negen uur meld voor een ticket krijg ik te horen dat ‘mijn’ trein om 11:20 vertrekt.

Geen probleem: ik parkeer m’n bussie en neem in de vertrekhal (het lijkt wel een vliegveld) een laatste kop Engelse koffie en een amandelcroissant. Als ik mijn Engelse pounds heb omgewisseld voor euro’s, kuier ik terug naar m’n bussie, zet alle klokken alvast een uur vooruit en Claire-mijn-Garminnetje weer op kilometers in plaats van de miles waar ik afgelopen week mee te maken had.

Het was een gokje deze verbinding te nemen, want onderweg had ik tegenstrijdige tips gehoord over deze Chunnel. De een zei, dat je er met een gastank niet door mocht. Een ander beweerde het tegendeel, maar had het over de verplichting alle gaskranen af te sluiten. Ik besloot de gok te wagen en dat pakte goed uit. Weliswaar werd me gevraagd of ik gas ‘aan boord’ had, maar de controle bestond uit een vluchtige blik op mijn lpg-tank: ‘Allright, have a good trip sir!’

En wat is het dan heerlijk weer ‘aan de overkant’ te zijn. Ik heb niks tegen Engeland, maar ik rijd weer gewoon rechts, de afstanden worden weer aangegeven in kilometers in plaats van miles, yards en feet en ik betaal weer met vertrouwde euro’s. En wat een kippeneindje is het van Calais tot aan de Belgische grens. Wat ben ik nou weg geweest voor ‘een kopje koffie’ bij mijn kinderen? Een weekje Frankrijk, een weekje Engeland. Stelt niks voor. Maar wat heerlijk om weer Nederlandstalige borden langs de weg te zien. Hoezo, wereldreiziger?

Route

Goudswaard v.v.: 3261 kilometer/2026 miles

Sazeret
Adissan
Millau
Parthenay
Roscoff

Plymouth
Bexhill on Sea
Winchelsea Beach
Calais
Koksijde

(more or less) Translate »