Muzikale generatiekloof
Met een grijns in mijn richting herinnert schoonzoon Gertjan zijn kinderen eraan dat er ook nog een cd mee moet bij alle bagage voor de herfstdriedaagse. ‘Heeft opa ook gezellige muziek in het busje onderweg’, voegt schoonzoon er veelbetekenend aan toe.
Ik weet genoeg. Eerlijk gezegd: ik weet te weinig.
In de eerste plaats: heb ik eigenlijk wel een cd-speler in mijn bussie en zo ja, hoe bedien ik dat ding? Geen probleem voor kleinzoon Jurgen. Hij duikt m’n bussie in en even later schalt het Tuintje In Mijn Hart door de cabine. Schoonzoon werpt me voor de tweede keer een grijns toe…
En in de tweede plaats: ik weet te weinig (niets?) van de hedendaagse muziek. Heb al een hele poos geleden de aansluiting gemist met de popmuzikale voorkeur van kinderen en kleinkinderen.
Het wordt me nog even bespaard, want het eerste stuk van de rit worden Karlijn en Jurgen op het bankje achter me volledig in beslag genomen door hun Nintendo’s (ik weet ook wel dat het eigenlijk PSP’s zijn, wordt daar ook regelmatig door de kleinkinderen op gewezen, maar blijf die elektronische toverdoosjes eigenwijs Nintendo’s noemen). Daarna wordt er nog even een quiz gespeeld, maar dan komt de onvermijdelijke vraag: ‘Opa, mag de cd aan?’.
Daar is het Tuintje In Mijn Hart weer, daar klinkt I Gotta Feeling, Haus Am See en Anouk met Three Days In A Row. ‘Opa, mag het geluid harder?’
La Roux blijkt keihard Bulletproof, Kelly Clarkson schalt met I Do Not Hook Up uit de speakers en ene Montreal vult met Seven Friends het bussie.
Het zegt me allemaal niks (je wordt ouder, opa) en ik lees ook maar wat er op de display verschijnt. Maar precies op het moment dat we de afslag Strand Nulde passeren, verdwijnt de generatiekloof als sneeuw voor de zon. Genieten we met z’n drieën van de muziek die uit de speakers dendert: Michael Jackson met het aloude Billy Jean…
Lunchstop
Het loopt tegen twaalven en we zijn alle drie wel toe aan de lunch. Mijn voorstel om even te stoppen om wat te eten, valt in goede aarde. Maar dat zul je altijd zien: op het moment dat je een leuk restaurantje-langs-de-weg zoekt, kom je niets tegen. Na een kwartiertje speurend rondrijden, heb ik nog steeds niets gezien.
‘Wat jammer nou’, zeg ik tegen de kleinkinderen achter me, ‘er is hier nergens een restaurantje te bekennen.’ Dan blijkt dat opa en de kleinkinderen verschillende ideeën hebben.
‘Restaurantje?’, klinkt het bijna verontwaardigd en verbaasd achter me, ‘we gaan toch wel gewoon op een leuk plekje stoppen met een bankje? Je hebt toch bordjes en messen in de bus? En je hebt toch broodjes bij je? En boter? En beleg?’
Ach natuurlijk, ze hebben gelijk. Wat nou restaurantje?
Zijn we met een camper onderweg of niet? En is het dan niet veel leuker om met die camper even van de weg af te gaan, een plekje bij een verlaten sluisje op te rijden en daar de tafel te dekken en broodjes te eten?
Dat doen we dan ook. Genieten van de eerste maaltijd in het bussie. Lopen nog even naar het sluisje. Gooien steentjes in het water. Waaien even lekker uit en rijden dan weer verder. Opa met z’n restaurantjes-idee kan nog wat leren van z’n kleinkinderen.
Bezorgd
Niet dat hij snel in paniek raakt, maar bezorgd is hij altijd wel, kleinzoon Jurgen.
Zo houdt hij tijdens het rijden nauwlettend de brandstofmeter in de gaten, wijst subtiel op een dubbele streep tussen de rijbanen waar opa beslist niet overheen mag, kijkt mee in de achteruitrijd-monitor of we nergens tegenaan botsen of vraagt na een blik op de snelheidsmeter belangstellend hoe hard er hier gereden mag worden.
Roken in het busje met de kleinkinderen erbij is voor mij uit den boze. Als ik buiten m’n bussie sta te roken en even naar binnen moet om iets te pakken, leg ik mijn brandende sigaar zolang op de treeplank bij de ingang. Jurgen kijkt naar die sigaar en vraagt dan bezorgd: ‘Opa, kan ijzer branden?’
Avonturencamping?
Heb ik niet wat al te impulsief deze camping geboekt? Ben ik niet al te veel op de naam Jungle Avonturen Camping afgegaan toen ik op internet zocht? Geschikt voor kinderen tot 12 jaar en senioren stond er op de site. En er is in de herfstvakantie een animatieteam. En er is een aquajungle. Wat wil je nog meer? Hoe dichter ik de camping nader, hoe meer ik me afvraag of het niet te kinderachtig zal zijn.
Het is opvallend rustig op de camping.
Op het avonturenveld waar ik een plekje heb gereserveerd, ben ik de enige.
Het grootste gedeelte van de camping wordt bevolkt door stacaravans. Met kaboutertjes in de tuin. Met gebloemde gordijntjes. Met zelfgehaakte poppetjes voor het raam. Met opa’s, oma’s en kleinkinderen.
Er is een speciaal veld voor kampeerders met honden.
Er zijn gezellige gezinnetjes. En veel buggies.
Gezellig is eigenlijk het sleutelwoord van deze camping.
Je wordt gezellig welkom geheten…
Je kunt in Tante Nijl’s wastobbe gezellig de was doen…
Je kunt elke dag gezellig knutselen in Wurmpy’s knutseljungle…
Je kunt iedere avond naar het theater voor een gezellige voorstelling met Tinka en Wortel…
Gezellig? Een tikkeltje kneuterig is het in mijn ogen allemaal wel. De drie dagen dat wij er zijn is dan ook precies genoeg voor mijn doelgroep-kleinkinderen.
Want natuurlijk zijn ze ’te groot’ voor Wurmpy’s knutseljungle (‘Ik ga echt niet zo’n stom kartonnen hondje maken…’)
En natuurlijk piekeren ze er niet over zich als ’tijger te laten schminken net als die kleutertjes…’
En gedrieën zijn we het roerend eens na afloop van de theatervoorstelling: ‘Saai! Blij dat ik niet bij de kleine kinderen zat op dat kleedje bij het toneel…’
En de aquajungle?
Had me wel stoer geleken toen ik de plaatjes bekeek op internet. Maar toen ik (later en na het boeken) beter las, was ik erachter gekomen, dat het hele bad 35 cm ‘diep’ was… Maar wat hebben ze er genoten, die kleinkinderen. En wat hebben ze er heerlijk gespeeld.
En wat hebben we lekker ongezond pizza’s en patat gegeten.
En wat was het stoer en spannend om in opa’s bussie te slapen. En dat opa zelf twee nachten op een onmogelijk bedje wat hazenslaapjes heeft gedaan, werd meer dan goed gemaakt door het enthousiasme van twee kleinkinderen. Voor herhaling vatbaar.
Maar of we daar nog eens terugkomen?
Misschien iets voor mijn twee andere kleinkinderen Nina en Mara?
Verkeerd
Hè, jammer nou.
Hebben we aan alles gedacht om mee te nemen, zijn we een bal vergeten. En zo’n veldje op de camping schreeuwt natuurlijk om een potje voetbal.
Als de kleinkinderen in het zwembad zijn, loop ik naar de kampwinkel en koop daar een leren bal. Ik leg hem bij m’n bussie neer en ga de kinderen uit het zwembad halen. Zullen ze opkijken als ze terugkomen! Kunnen we meteen een balletje trappen!
Kleinzoon Jurgen ziet de bal als eerste liggen. Hij rent er op af, pakt de bal op en oordeelt onverbiddelijk: ‘Hmm, een volleybal. Hadden ze geen echte?’